Een tijdje terug schreef ik over ons eerste gesprek bij de genderpoli. Na die intake bij het Vumc gingen we met een informatiepakket weer naar huis. Er kwam wat wachtweken. Tegen de tijd dat ik me af ging vragen of ze ons vergeten waren kreeg ik een SMS. “Hierbij herinneren wij u aan uw afspraak bij de Genderpoli van het Vumc. Morgenochtend om half tien.” W00t! Morgen?! De brief was, ondanks alle verhuis telefoontjes en nieuw adres emails waarschijnlijk alsnog op ons oude adres binnen gekomen. We regelen in allerijl iets voor Finnley en tuffen in alle vroegte richting Amsterdam
Hoe werkt die diagnostiek bij de genderpoli van het VUmc
Van te voren hadden we de envelop doorgespit. In het pakket vinden we een nogal minimalistisch uitziende informatiefolder met uitleg over de intake en diagnostiek. De fase dus waarin ze bij het VUmc je kind gaan bekijken en gaan bepalen wat er al dan niet met je kind aan de hand is, de diagnose dus. We lezen in de folder dat er ongeveer vijf bezoeken nodig zijn om vast te stellen of een kind genderdysforie heeft. Tijdens die bezoeken gaat psychologisch onderzoek worden gedaan, zijn er gesprekken met ouders en de kinderen zelf. In het adviesgesprek aan het eind van de diagnostische fase wordt besproken wat het VU kan betekenen voor ouders en kind en of er nog begeleiding of therapie nodig is.
De vragenlijst
Ook vinden we er een flink uitgebreide vragenlijst. Geen onderzoek is compleet zonder vragenlijst natuurlijk. Eerst mag ik proberen me te herinneren hoe mijn zwangerschap en bevalling verliep. Waren die fijn en gelukkig? Of moeilijk en dramatisch? Hoe ging het eigenlijk met baby Skylanne toen ze er eenmaal uit was? Groeide ze wel goed of huilde ze veel? Jeetje, daar mag ik het babyboek wel voor gaan opsnorren. In welke doos hadden we dat ook al weer gepakt? Eens kijken of ik kan uitvinden wanneer ze ging lachen en of ze met een jaar nu wel of niet al liep. Er zit een gedragsvragenlijst bij, waarmee de psycholgen willen kijken van welk soort gedrag je kind allemaal last zou kunnen hebben. In welke mate heeft uw kind last van.. Omcirkel hier.. Nachtmerries, fantasievriendjes, bedplassen. Maar ook zaken als stemmen horen, agressie en drugsgebruik komen aan de orde.
Er is een aparte lijst over of en waar je kind aan rolwisseling heeft gedaan. Eentje over gendergedrag, waarin wordt gevraagd of ze met poppen spelen of met autotjes en of je kind meer vriendjes of vriendinnetjes heeft. Voor een genderpoli anno 2018 vind ik het gebruik van “hij” in deze vragelijst ietswat achterhaald (je zou ontzettend makkelijk over ‘mijn kind’ kunnen schrijven in plaats van over “uw zoon”), maar laten we ons focussen op het doel erachter. Er blijkt nóg een gedragsvragenlijst te zijn. Je kunt een hoop zeggen over het VU, maar niet dat ze niet grondig zijn. Nadat ik heb ingevuld dat ook mijn kind wel eens liegt, dat sex nog niet aan de orde is en dat van laat thuiskomen gelukkig nog geen sprake is (de lijst is voor zes tot achttien jarigen) ben ik eindelijk uitgecirkeld en klaar met strepen.
Toch weer spannend
Skylanne zelf is het ziekenhuis al weer een beetje vergeten merk ik. “Moet ik dan weer praten over gender mama?” Ja helaas, lieverd, dat zal je nog wel een tijdje moeten doen. Als het aan Sky lag zetten we er een punt achter. Meisje. Punt. Uit. Klep over houden en nooit meer over hebben. Na veel file komen we aan in een wachtkamer met skippybal en tafelvoetbal. Papa Jurre blijkt daar ineens bijzonder slecht in te zijn*) en tegen de tijd dat we door de nieuwe psycholoog naar binnen worden geroepen is mijn dochter weer helemaal bijgetrokkken.
Het gesprek zelf is bijzonder hetzelfde als de intake met de psychiater. Het is zelfs zó erg hetzelfde dat ik me afvraag waarom ze niet samen in één kamer zijn gaan zitten. Sky verteld waar ze op school zit en wie haar vriendjes zijn en wij leggen uit hoe ons kind is geëvolueerd van rokken dragend jongetje tot het meisje van nu. Ik merk dat mijn meisje het een beetje eng vindt. Als de psycholoog ons wil bevragen krijgt zij een meegebracht stickerboek, maar ook daar kan ze eigenlijk weinig aandacht voor opbrengen. “Stel nou dat je drie wensen mag doen?” vraagt de psycholoog aan Skylanne, die op dat moment aan het uitproberen is of je een burolade ook als stoel kunt gebruiken, “Wat zou je dan wensen?”
‘Dat ik een otter ben. Dat ik een meisjes otter ben. Dat ik een baby meisjes otter ben.’ antwoordt ons kind zonder aarzelen. Het is duidelijk dat ons bezoek aan het Plaswijckpark diepe indruk heeft gemaakt vorige week. Gelukkig verteld de psycholoog dat ze het vaker ziet dat kinderen zenuwachtig zijn. Dat maakt dat wij ons iets minder generen voor ons stuiterkind, dat op zich inmiddels redelijk braaf een kleurplaat **) is gaan kleuren.
Ze sluit af met de vraag wat voor hulpvraag we hebben. Nou.. die hebben we nog niet echt. Ons kind doet het op zich goed, en we hebben op dit moment gaan vragen aan deskundigen. Maar.. we lezen nog wel eens wat, en gezien de wachtlijsten leek het ons goed om maar alvast bij het VU te zijn, omdat als we ons pas aanmelden als ze gaat puberen, we dan mogelijk te laat zijn. We nemen de afsprakenlijst nog eens door (veel gesprekken blijken alleen met Skylanne te zijn, en niet met ons beiden erbij, iets wat ik graag in de planning opneem omdat ik me dan niet in bochten hoef te wringen om ons daar allebei te krijgen) en dan is het alweer tijd om de auto in te duiken onderweg naar huis.
Gesprek nummer drie
Een maandje later zit ik er opnieuw. Ik neem de file mee in de planning en ben dus bijna drie kwartier te vroeg omdat er natuurlijk geen opstopping te zien was. Daarbij ben ik voor het eerst alleen, zonder Jurre, wat ik gek genoeg toch wel een beetje spannend vind. Mijn meisje zit heerlijk rustig boeken te lezen naast me (Even tussendoor, hoe kan dat toch met kinderen van die leeftijd, dat ze ineens, zomaar, een hele zin naast je kunnen oplepelen? Het was toch gisteren dat we nog van R-A-T, C-A-T, S-A-T deden? Had ze niet even kunnen vertellen dat ze inmiddels werkwoorden en odd-endings leest?!*** Dat je daar als ouder niet even een aankondiging van krijgt zeg!) en ineens lijkt Amsterdam zo ver nog niet. WiFi in het ziekenhuis blijkt daarbij heel functioneel om wachttijd mee door te komen. (Wat onze ouders toch met ons deden in de tijd van voor Netflix is me een raadsel… Ik denk dat mijn moeder oeverloos boekjes aan ons voorlas.)
Terugblik
Zowel Skylanne als ik blijken waardeloos in gezichtsherkenning, zo blijkt als de psycholoog ineens voor ons staat. Het is maar goed dat zij ons wél herkende. We praten even over de afgelopen maand. Is er nog iets bijzonders gebeurd? Mijn kind moet diep nadenken. Als ik haar opweg help dat Centerparcs en Kidslarp mogelijk in aanmerking komen begint ze enthousiast te vertellen over de Jungle Speeltuin waar ze in mocht slapen en de wild waterbaan van het zwembad. (De rest van het zwembad, dat was totaal niet boeiend. Maar die wild water baan! Als je eenmaal een C diploma hebt en alleen*****) mag gaat er een wereld voor je open. (Om nog maar niet te zwijgen over de vrije tijd die je als ouders ineens hebt om toch dat boek te gaan lezen. Heel bijzonder hoe ik steeds meer op mijn ouders ga lijken door de jaren heen…))
Vervolgens laat ik mijn dochter en haar psycholoog alleen om me in de wachtkamer te gaan vervelen. Ik heb een laptop meegenomen om eindelijk wat aan mijn blog te gaan schrijven, maar kan me niet zo heel goed concentreren. De plastic stoeltjes zitten net niet, ik ben vergeten mijn eigen thee mee te nemen (en weiger die voorgemaakte uit de nabije automaat), en eigenlijk ben ik ook te veel bezig met me afvragen waar Sky het over zou hebben. Tegen de tijd dat ik me heb voorgenomen om eens naar de balie te lopen om wat navraag te doen over een ingewikkeld onderwerp voor een blog waar ik nog mee bezig ben komt mijn meisje de wachtkamer binnen stuiteren.
Alles ging goed
Het ging goed, meldde de psycholoog. Ze was nog wel goed zenuwachtig, en vond het praten moeilijk. Ze hebben vragenlijsten ingevuld en daar was ze heel geconcentreerd mee bezig geweest. Misschien moest ze de volgende keer wat anders gebruiken, bijvoorbeeld tekenen, tijdens het praten. Ik heb dan ook niet het meest geconcentreerde kind op aarde, en praten is niet zo haar ding. Maar het was fijn dat de psycholoog dat leek te begrijpen.
Toch even napraten
In de auto probeer ik Sky zover te krijgen dat ze iets verteld over wat zij eigenlijk gedaan hebben. ******) “Nou mam, er waren twee vragenlijsten met hele grappige vragen. Als wat voor dier zou je geboren willen worden (een otter!), ben je liever een beer of een schaap, een tijger of een konijn. De andere lijst was met gewone vragen, zoals wat je wil zijn als je groot bent en wie je vriendinnen zijn op school. Toen deden we drie op een rij, wel drie keer! En nu wil ik er niet meer over praten.”
Met die woorden rijden we de file in. Terwijl de regen op het dak tikt bedenk ik de A van Axolotl en zij de B van Baviaan. Tegen de tijd dat we bij de G van Grondeekhoorn zijn aangekomen ligt ze bijna languit op een platgedraaide bijrijdersstoel. Toch wel een vermoeiende aangelegenheid, al dat praten, voor een zes (excuses, bíjna zeven) jarige.
*) Het zal vast ook af en toe goed zijn als kinderen verliezen. Op zich gebeurd dat ook wel, als we spelletjes doen dan verliest ze van haar broer, en op school waarschijnlijk ook regelmatig van haar klasgenootjes. Maar het is toch vooral ook gewoon heel leuk om als ouder af en toe enorm NIET je best te doen en je kind heerlijk te zien genieten van het winnen.
**) Gevist uit gendergesorteerde mappen… de ene map met roze sticker heeft prinsessen en hello kitty, en de ander is blauw met piraten en ridders. Ik hoop dat ze dat met reden doen, en neem me voor dat een keer aan ze te vragen.
***) Wij zijn tweetalig. Ik leer mijn kinderen lezen in het Engels en, alhoewel ik op zich wel weet hoe het lezen in het Nederlands ongeveer verloopt, bemoei ik me daar bijzonder weinig mee. Vandaar dat wij lezen van de Cat who Sat on the Mat en niet van Maan Roos Vis Vuur.****)
****) Dat lezen ze niet meer geloof ik. Dat lazen wij vroeger op school. Dat u het even weet.
*****) Nu ja, alleen… Met grote broer. In het bezit van strikte instructies waar ze op elkaar dienden te wachten en wat de gevaarlijke stukjes waren. C diploma of niet, je bent nog wel maar zes (en drié kwárt mama!) jaar oud.
******) Lang geleden heb ik geleerd dat je bij moeilijke praters nooit zomaar moet vragen ‘Hoe was het op school?’. Dus stellen wij vragen als ‘Vertel eens, is er wat geks gebeurd vandaag?’ of ‘Je hebt vast de hele buitenspeeltijd op de schommel gezeten!’ en ‘Ik hoor dat jullie een heel stom rekenboek hebben!’ (niets werkt zo goed als het tegendeel beweren om een verhaal te krijgen over hoe het wél was.)