Er zijn van die dagen…
Dan ben ik helemaal gendermoe. Niet moe van mijn geweldige kinderen, of moe van het principe, maar moe van het gedoe wat het soms opleveren kan. Moe van het feit dat iedereen een mening heeft. Moe omdat naar school gaan in je lievelingskleren niet een vanzelfsprekendheid kan zijn. Moe omdat het op die shovel zitten en de weg effenen voor mijn mannen soms veel meer energie vergt dan ik van te voren had voorzien.
Onlangs hebben een paar belangrijke mensen uit onze omgeving aangegeven dat ze Skylar’s (en sindskort ook Finnley’s) gender creativiteit wat moeilijk vinden. En dan bedoel ik niet het soort moeilijk van ‘het is wat wennen in die jurk’, maar het soort moeilijk waarin men aangeeft dat ze eigenlijk niet willen dat de jongens langs komen in een rok, of enige andere meisjeskleding. Sterker nog, ze vinden eigenlijk dat we totaal mesjogge zijn dat we ze zich laten kleden zoals ze doen. Wij moesten onze kinders maar eens grenzen aanleren. Gendergrenzen, wel te verstaan.
Het voelde als een klap in mijn gezicht. Mijn jongens, mijn geweldige stuiterballen, mijn regenboog mannen met vlechtjes en hanenkam, zijn niet welkom zoals ze zijn.
Laat ik even met een voorbeeld illustreren hoe dit voelt. Misschien begrijpt u het meteen, maar ik heb wat de neiging om er even een voorbeeld tegenaan te gooien. Om het wat visueler te maken misschien. Een jaar of wat geleden had mijn dochter Lyka een vriendinnetje. Stel je nu voor dat mijn meisje met dat vriendinnetje bij haar lievelingsoom en tante langs wil, en dat die dan zeggen: “Jij bent welkom, maar dat vriendinnetje niet. Wij vinden dat homosexualiteit een geestesziekte is en dat dat slecht voor je is.” Of zal ik het wat anders zeggen. Stel nu dat ze heel gewoon een vriendje had gehad, een lief Marokkaans, ook psychologie studerend vriendje. Stel je nu voor dat ze met dat vriendje naar opa en oma wil voor hun verjaardag. Die zeggen dan vervolgens: “Lieverd, we houden van je, maar met dat vriendje mag je niet komen. Alle Marokkanen zijn namelijk criminelen, die willen we niet over de vloer. Je moet het maar uitmaken.”
In beide gevallen zou Lyka -geheel begrijpelijk- iets zeggen als ‘stik d’r maar in, ik kom niet meer langs’, en dat is haar goed recht. We zouden met haar boos zijn, met haar huilen om het gemis van het contact met haar opa/oma/oom of tante, maar in geen geval zouden wij het oké vinden dat ons kind zo miskend wordt. Maar met genderzaken werkt dat blijkbaar anders. Daar mág je als omgeving blijkbaar moeilijk over doen.
Begrijp me niet verkeerd, ik snap dat er mensen zijn die het er moeilijk mee hébben. Laten we wel wezen, zelfs ik vind ergens dat Finn in een jurk er ‘raar’ uitziet met zijn hanenkam en voel me bekeken, ondanks dat ik met heel mijn hoofd vind dat hij moet kunnen dragen wat hij wil. Het is allemaal nog redelijk nieuw voor ons, laat staan voor de mensen om ons heen. We zijn met zijn allen nog totaal niet gewend aan jongens in een jurk. En daar ligt nu precies de crux. Want waren mijn zoons dochters geweest, dan was dit alles totaal geen issue. Als meisje mag je een broek aan tegenwoordig, en niemand kijkt er raar van op als je op voetbal wilt, of van autoracen houdt.
Waarom is een jongen die van dansen en glitters houdt dan wel een probleem?
Het argument gaat dat het twijfels zijn over of wat wij doen wel goed is voor onze kinderen. Is het niet zo dat Sky hier schade van gaat ondervinden? Dat hij wat druk is op school, is dat wel zijn karakter? Is dat niet stiekem een symptoom van dit gendergedoe en moeten jullie hier niet grenzen stellen en ophouden met die jurken? Laten we even buiten beschouwing laten dat Skylar druk geboren is en als baby al geen geduld had -dat zit dus gewoon in zijn karakter, des te meer omdat wij als ouders ook al geen lekker rustige, stilzittende mensen zijn-, en ons concentreren op de opvoedingsvraag.
Mijn eerste vraag is meteen dit: Als het kind in kwestie een meisje was, had je die vraag dan ook gesteld? Denk je dat meisjes die in sportbroeken en voetbalschoenen lopen ook problemen ontwikkelen? We gaan er eventjes van uit dat het antwoord van de meeste mensen daarop ‘Nee’ is. Maar wie weet, vindt je van wel, en maak je je nog steeds zorgen. Laat ik nog eens wat met voorbeelden gooien. Stel nou dat je vrienden hebt waar je het, opvoedingstechnisch dan, niet mee eens bent. Misschien zijn ze heel erg streng, of veel te los, geven ze hun tiener nog borstvoeding of sturen ze hun zevenjarige al naar de tomatenkas om te werken na school. Is dat een reden om het gesprek aan te gaan en je zorgen te uiten? Mogelijk. Is dat een reden om te zeggen dat je niet meer met ze om wilt gaan of niet meer wilt dat de kinderen samen spelen? Waarschijnlijk niet.
Waarom is mijn opvoeding dat wel een reden tot het ontzeggen van contact? Ik kan me haast niet aan de indruk onttrekken dat het toch meer te maken heeft met het ongemak van de mensen zelf over een jongen in een jurk dan met mijn opvoeding. Des te meer omdat degene die het meeste last gaat hebben van de geen-contact maatregel nu juist mijn zoon is.
Een vriendin zei: Dan trek je ze toch gewoon een broek aan als ze daarheen gaan? Of dan kleden Tante To en Oom Piet ze toch om voordat ze naar de kerk gaan? Wel in een jongensbroek dan natuurlijk, want die jeans met vlinders en dat roze t-shirt, ja, dat kan niet hoor. Maar stel nou dat ik dat doe, verplaats je even in het hoofd van mijn zoon. Wat zegt dat over jou, over je eigen identiteit als kind, over mogen zijn wie je bent bij je familie, bij mensen die voor jou heel belangrijk zijn? Dat zegt jou dat je niet mag zijn wie je bent. Iets wat waarschijnlijk stukken schadelijker is voor mijn kind dan in een jurk over straat gaan.
Nu denk ik dat ze wel bijdraaien. Ik hoop met heel mijn wezen dat dit een verwoording is van vastgeroeste ideeën, zoals een halve eeuw geleden werd aangekeken tegen vrouwen in een broek, of honderd jaar geleden tegen meisjes die wilden studeren. Morgen wil ik weer het gesprek met ze aan en luisteren naar hun bezwaren, overmorgen wil ik ze opnieuw en opnieuw uitleggen waarom wij doen wat we doen, de dag erna wil ik ze uitnodigen om het gezicht van mijn mannetje te komen bekijken als hij mag ronddansen in zijn lievelingsjurk.
Maar vandaag duik ik diep in mijn bed en verstop ik me onder een kussen. Die shovel staat maar even stil. Mama is gendermoe.