Als je kind gendercreatief is gaat er een wereld voor je open. Ineens komen er allerlei zaken voorbij waar je voorheen nooit over had nagedacht. Hoe piemeltjes in badpakken gaan passen bijvoorbeeld, of wat je zegt als de mevrouw in de winkel je zoon aanspreekt met mevrouw. Je gaat je ineens beseffen dat de wereld veel meer in hokjes is ingedeeld dan je voorheen dacht, van roze pagina’s in de Sinterklaasbrochure tot wc’s die thuis wel gewoon voor iedereen zijn. En je gaat anders nadenken over taal.
Met taal bedoel ik in deze het systeem wat wij gebruiken om met elkaar te communiceren. Van letters maken we woorden, en aan die woorden wilde ik eens aandacht besteden. Ik merk namelijk dat ik hier thuis de woorden rondom gender tegenwoordig op een andere manier benader. Ook in onze taal hebben we mooie hokjes aangebracht. Dat is op zich ook waar taal ooit voor ontstaan is. Lang geleden wilde een oermens duidelijk maken dat er dáár lekkere besjes groeiden en dat er aan de andere kant een flinke afgrond was. Hij had natuurlijk mee kunnen lopen, maar het zou toch zoveel handiger zijn als er een manier was om op afstand duidelijk te maken wat er bedoeld werd, zonder er al te veel werk in te steken. (Even en passant, zou de mensheid taal ontwikkeld hebben omdat we in de basis lui zijn? Interessante hypothese.) Na een tijdje gingen de andere mensen uit de stam hetzelfde geluid gebruiken als ze ‘lekkere besjes dáár’ en ‘gevaarlijke afgrond, ga er niet heen’ bedoelden, en taal was geboren.
Heden ten dage gebeurd dat eigenlijk nog op dezelfde manier. We gebruiken taal om de wereld om ons heen in te delen in behapbare stukjes die we kunnen begrijpen. Kleine kinderen kennen alleen woorden voor dingen, voor mensen en zaken die ze kunnen zien, voelen en proeven. Later komen daar onderscheidende woorden bij, zoals kleur en groot en klein, en nog later de wat meer abstracte zaken als gevoelens en morgen en gisteren. Dat we met woorden zaken kunnen indelen is hartstikke handig, want zo kan je goed duidelijk maken wat je bedoeld. Was het vroeger alleen maar nodig dat er een woord was om een leeuw van een hert te onderscheiden (zodat je in een boom kon klimmen versus je pijl en boog kon pakken), nu kan je aangeven dat je broccoli niet lekker vind maar bloemkool wel en dat eigenlijk de blauwe broek leuker is dan de gele. Ook gender en geslacht wordt gevat in taal. Er zijn jongens en meisjes, mannen en vrouwen, roze en blauw, papa’s en mama’s. Hartstikke duidelijk allemaal.
Maar… ik heb een ertussenin-kind. Een gender creatief kind, die zichzelf niet helemaal vind vallen in het hokje ‘jongetje’, maar ook nog niet perse overtuigd is van het hokje ‘meisje’. Taal loopt een beetje achter op de realiteit, zo merk ik. Laat ik een voorbeeld geven: ik wil Skylar vragen of hij een broek of een rok aan wil naar school. Nu ja, eigenlijk wil ik vragen of hij jongenskleding of meisjeskleding aan wil naar
school. Ergens vind ik dat een heel stom woord. Want ik heb nu net aan hem uitgelegd dat je alles mag dragen waar je je fijn bij voelt, ook als dat een jurk is als je een jongetje bent. Stel nou dat ik de kleding blijf opdelen in hokjes door ze ‘jongenskleren’ en ‘meisjeskleren’ te noemen, dan doe ik eigenlijk weer teniet wat ik probeer uit te dragen, namelijk dat hij mag dragen wat hij wil, omdat jurken voor iedereen kunnen zijn. Ik kom er een beetje van in de knoop, want wat moet ik dan nu doen om de kleren te omschrijven? Na enig nadenken besluit ik het te houden op ‘broek en jurk’, in de hoop dat hij daarmee min of meer begrijpt wat ik bedoel.
Toen vertelde Finnley dat hij ook een sluimerende voorliefde had voor roze en ruches. Maar zíjn ‘meisjeskleren’ bestaan voor de helft uit roze broeken.. Ik deel nu bij hem de kleren in naar kleur. Wil je iets roze en kleurigs aan? Of meer iets donkers met superhelden?
Zo’n zelfde soort iets doet zich voor als wij het over speelgoed hebben. We zijn lid van een spelotheek in de buurt, waar je voor weinig geld elke zoveel weken wat nieuws kunt lenen. Hartstikke handig als je, zoals ik, kinders hebt die na een paar weken zijn uitgekeken op hun speelgoed en niet een huis vol rotzooi wilt hebben waar ze nooit mee spelen. ‘Waar hou je van?’ vroeg de dame van de spelotheek. ‘Meisjesspeelgoed!’ antwoorde mijn zoon. ‘We hebben daar wel een kast met roze spulletjes voor meisjes’, zei de mevrouw in kwestie, ‘ga daar maar eens kijken.’ Vroeger had ik dit een vrij normale conversatie gevonden. Tegenwoordig denk ik daar wat anders over na. Want hoezo zijn roze speelgoed en poppen alleen voor meisjes? Ik heb een zoon, en die vind roze geweldig. Maar hoe noemen we dat speelgoed dan? Ook maar op kleur indelen dan? Maar wat als de pop babyblauw is? Of paars?
Valt het je overigens op dat alle hierboven geschreven alinea’s ook al bol staan van de gender hokjes? Hij, Zij, Dame, Mevrouw, Meisje, Jongen, Zoon. Ik deel de persoon in de spelotheek geheel in op uiterlijk. Er staat een mens voor me met lang haar, borsten en een hoge stem, het zal wel een mevrouw zijn. Onbekende kinderen in de speeltuin worden door ons aangesproken op hun waarschijnlijke gender. ‘Jongetje, mag ik zo op de schommel?’ ‘Lieverd, wacht even bij de glijbaan, dat meisje was eerst.’ In ruim 90% van de gevallen zal die observatie nog kloppen ook. Maar wat nou als het niet klopt? Of niet helemaal? Mijn zoon wordt vaak ‘meisje’ genoemd door onbekenden, wat niet helemaal klopt. Maar of ‘jongetje’ wel helemaal klopt, dat weet ik eigenlijk ook nog niet. Daarbij, ook als de beschrijving ‘mannelijk’ uiteindelijk wel helemaal blijkt te kloppen bij mijn kind, wordt het niet eens tijd voor een ander woord? Is het niet zo dat we, door consequent de woorden te blijven gebruiken die mensen in hokjes indelen, ze juist nog meer in die hokjes stoppen? Zou het kunnen zijn dat ik, als ik net tegen mijn kind heb gezegd dat hij alles mag worden wat hij wil (Jongen, meisje, allebei, geen van beiden of iets ertussenin. En astronaut of zeemeermin natuurlijk), en daarna hem ‘mijn zoon’ en ‘mijn superman’ noem, ik daarmee een tikkeltje onderuit haal wat ik zojuist heb gepredikt?
De Zweden hebben daarover nagedacht, en hebben een derde voornaamwoord ingevoerd. Ook in Nederland is er over een alternatieve aanspreekvorm nagedacht, maar er is nog niet echt duidelijkheid over, laat staan een landelijk plan, waarvan dan ook iedereen begrijpt wat je bedoeld. Overigens, leuk dat we nu een nieuw voornaamwoord hebben, maar hoe zit dat dan met de woorden voor het speelgoed? De kleding? De brandweermán en de toilletjuffrouw?
Nu kun je zeggen ‘waar maakt ze zich druk over’. Natuurlijk, dat is ook zo. Er is geen man *) overboord als ik nooit iets corrigeer en de termen meisjeskleding en meisjesspeelgoed gewoon gebruik. De rest van de samenleving gebruikt ze tenslotte ook. Sterker nog, het staat met koeienletters op het schap geschreven en hangt op de muren boven de jurken sectie in de kledingwinkel.**) Maar ik merk dat ik erover nadenk, dat ik thuis, als ik de afwas sta te doen (nu ja, ‘doen’, dat is in de huidige tijd van minder huishouden doen meer het in- en uitruimen van de vaatwasser), en achteloos roep naar mijn mannen ‘jongens, komen jullie eten?’ dat ik me dan afvraag of ik dat wel zo moet roepen. Wordt het niet tijd dat ik wat anders zeg tegen mijn kinderen, iets genderneutralers?
Dat wordt het woord van de dag vandaag: genderneutraaltaal. Meer genderneutrale woorden in onze taal.
Misschien kan ik zelf wat aan de slag met het bedenken van nieuwe woorden. In de tussentijd kan ik misschien proberen mijn zonen meer te benaderen op dat waarvan ik zeker weet dat ze het zijn: mijn kinderen.
*) Vrouwen zijn een ondergesneeuwd geslacht in spreekwoorden. Daar mag ook wel wat meer emancipatie heen. Maar da’s weer een heel ander verhaal, voor mogelijk een ander soort blog.
**) Over die kleding gesproken, waarom hebben in alle grote winkels meisjeskledingrekken leuke kleurtjes en zijn alle jongensrekken saai? Waarom zijn er tot maat 140 leuke dingen te vinden met Disney en poppetjes en haaien en vogels en is er na maat 140 alleen nog maar degelijk blauw en zwart en roze zonder plaatjes erop? Willen jongens langer dan 1.30 geen minions of superhelden meer op hun shirts? Meisjes geen vlinders meer? Kinderen geen felle kleuren meer aan? Mijn zonen zijn lang, en passen deze zomer nog net in de kleine maten, als je bereid bent niet te vallen over een kort vallend jurkje of een randje buik die onder het shirt doorschemert. Ik ben me alvast mentaal aan het voorbereiden op de zoektocht die ik volgens jaar moet ondernemen op zoek naar leuke kleren. Maar ook dat is weer een heel ander verhaal.
Wat dacht je van de folders… Damesjurk, meisjesrokje. Uh, rare toevoegingen. Als je het éen keer gezien hebt, zie het overal.