Aandacht voor de glitterlamp

Daar zat ik dan met mijn kopje thee en stukje taart. Op de verjaardag van een vriendin. Ik was vroeg, er waren, behalve de jarige job en haar vriend, nog geen mensen die ik kende. Nu houd ik eigenlijk niet zo van onbekenden, al helemaal niet in een groep of in een ander huis. Bovendien ga ik als ik zenuwachtig nogal babbelen.

‘Hey T., wat een leuke lampen heb je daar!’, begon ik, wijzend op de kaarsachtige lampjes die ze bij de televisie has staan. Van kleur veranderend, met ronddraaiende glitters die steeds van boven naar beneden dwarrelden en dan weer terug omhoog gezogen werden. Sky had ze geweldig gevonden.

‘Echt, wat een prullen,’ reageerde een andere vriend, ‘wordt je daar niet totaal psychedelisch van?’ Zie je, praten uit zenuwen heeft wel zin, zo heb je in ieder geval aanspraak, zij het over totaal nutteloze onderwerpen. ‘Mijn zoontje zou ze helemaal te gek vinden’, vervolgde ik, ‘Hij heeft zo’n glitterlamp van de Sint gekregen, je weet wel, zo’n lava lamp, zo’n langwerpige, die dan naar boven en naar weer naar beneden bubbelt en dan dus roze glitters heeft in plaats van lava.’

‘Je zóóntje?’

Ohoh..

Maar ik heb het al gezegd. Nu vind ik het meestal prima om de hele bups uit te leggen. Te vertellen van de vork en van de steel. Uitleg en voorbeelden te geven. Maar niet altijd. Soms heb ik daar gewoon even geen zin in. Het hangt er ook een beetje vanaf wie je voor je hebt. Om de een of andere reden probeer ik me van te voren voor te stellen wat voor reactie ik dan kan ontvangen. Nu had ik de man in kwestie nog maar amper vijf minuten zien zitten, maar ik had me nu al een beeld gemaakt van zijn genderideeën. Haags accent, harde stem. Goed getraind lijf, sportschool tiepje. Voetbal t-shirt. Waarschijnlijk een no-nonsense vent die vind dat mannen geen mietjes moeten zijn en vrouwen voor de kinderen moeten zorgen. (Jeetje, wat een vooroordelen in die ene alinea.. Ook ik doe duidelijk flink aan hokjesdenken.)

Oké… Laat dit maar een mooi moment zijn voor wat educatie, besloot ik. Laat ik genderkinderen eens op de kaart zetten.

‘Jazeker, mijn zoontje. Hij is vijf en helemaal weg van prinsessenjurken en roze glitters. -Altijd de leeftijd noemen zolang je kind nog jong is. Dat vergroot de schattigheidsfactor en trekt macho mannen eerder over de streep. Nu ja, dat hoop ik dan- Ook van Ninja’s en zwaardvechten trouwens. Wist je overigens dat heel veel kleuterjongens van roze en glitters houden? Tien procent zei de schoolarts laatst. Goed beschouwd is het eigenlijk maar onzin dat je geen broeken met glitters en sterren voor jongetjes kunt krijgen. Want laten we wel weten, meiden kunnen ook voetballen, dus waarom jongens niet als prinsessen? Kijk, hier heb ik een foto van mijn kleine man in zijn lievelingsjurk.’

Had ik al gezegd dat ik klets als ik zenuwachtig ben?

De vader in kwestie liet een oog vallen op de foto en bromde wat. Hij blikte even naar zijn vrouw en zoontje, dat op de bank stilletjes speelde met een buitgemaakte gsm. Waarschijnlijk zal zíjn zoon nooit een jurk dragen. Of glitters willen. Maar mogelijk, hypothetisch, wie weet, heb ik nu in ieder geval laten zien dat jongetjes in een jurk geen freaks zijn. Dat hun ouders geen geitenwollensokken hippies zijn, maar gewone mensen.

Zij het mensen die er af en toe flink op los kletsen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *