Eerder, zo meldde ik, waren Sky en ik al bij de kinderdag . Maar Berdache, de vereniging voor ouders van genderkinderen, heeft nog meer in zijn arsenaal om lotgenoten elkaar te laten ontmoeten.
Afgelopen weekend hadden ze een familiedag, een dag voor de genderfamilies. Eindelijk een dag waarop we allemaal welkom waren, waarop ook Finnley eens kon spelen met andere jongens in een jurk en Jurre de tijd zou hebben om ook eens andere ouders te ontmoeten.
Ik had Lyka overgehaald om mee te gaan (‘Je kunt daar ook aan voor je tentamen leren als wij met die andere ouders kletsen. Bovendien is er daar frisse lucht, en natuur, en zon! Als bonus vinden je broertjes het heel leuk als je meegaat (ik ben nooit vies van enige emotionele chantage waar het het meekrijgen van adolescenten – met achttien jaar is mijn dochter natuurlijk geen puber meer- aangaat) en zit je dan niet zielig de hele dag alleen thuis’.), het weer beloofde prachtig te worden en zo togen wij in alle vroegte naar het Gelderse Otterlo.
Daar aangekomen bleken we zeker niet de enigen. Honderd en negentig menspersonen hadden zich in totaal aangemeld voor deze familiedag. De kinderen werden na een korte introductie meegenomen naar een locatie elders op het terrein. Voor de pubers waren wat lasergames geregeld geloof ik, en voor de leeftijd van onze spruiten iets met oud Hollandse spelletjes.
De ouders werden ingedeeld op leeftijd van hun genderkind (je kunt nu eenmaal moeilijk met 100+ ouders tegelijk kletsen, tenzij je graag de hele middag bezig bent met je namenrondje) en gingen op verschillende locaties kennismaken. Wij waren groepje A en werden met een begeleider van Berdache naar de receptie aan de andere kant van het terrein gestuurd. Ietwat onwennig liepen we over zandpaadjes langs de schattige huisjes van het park te genieten van vogelzang en zonnestralen (ik ben een kind van de randstad, alle natuur met meer dan één boom waarbij je niet op de achtergrond de snelweg hoort is voor mij een soort vakantie).
Bij de receptie aangekomen konden we wat ervaringen uitwisselen. Er bleken ook nogal wat grootouders meegekomen te zijn, (Ouders van Jurre: hint!) die allemaal hun eigen vragen en ervaringen meenamen. Sommige van die ervaringen leken op die van ons, en anderen helemaal niet. Er waren ouders bij van een heel jong genderkind, dat al sinds ze kon praten aangaf een meisje te zijn, maar ook ouders van een zoon die ergens ertussenin zit. We wisselden ervaringen uit over zwemles (‘praat eens met de meester voor je het badpak aantrekt’), de school (‘de mijne gaat in een broek naar school. Een roze, dat dan wel’), kleding (‘neem een bikini met van die ruches, dan valt het minder op’) en de dokters van het VU.
De vereniging kreeg ook een nieuwe naam. Het bleek dat de naam Berdache ooit door Fransen was gegeven aan de oorspronkelijke inwoners van Amerika, voor de mensen onder hen die zich in andere of meerdere genders uitten. Het bleek echter dat de Native Americans dat als een belediging zagen en voor zichzelf een nieuwe naam wensten. Two-spirit people, worden ze nu liever genoemd, omdat de naam meer is dan alleen genderrollen, en ook met spiritualiteit te maken heeft. Voor een lotgenoten groep van ouders met genderkinderen is dat echter niet meer zo’n passende benaming. Zo werd de naam Genderkind en Ouder een feit. Fijne bijkomstigheid is dat het zich mooi laat afkorten tot GO, en mooie afkoringen zijn altijd goed vooral als je wilt dat mensen je website en mailadres onthouden.
Hey, dacht ik, Genderkind en Ouder, dat klinkt breder dan ‘ouders van kinderen met genderdysforie‘. Zou er binnen de nieuwe naam plaats zijn voor Kinderen zoals Finnley? Eens even kijken of ik een medewerker aan zijn jasje kan trekken om daar eens over te babbelen.
Maar na de kennismaking was het eerst tijd om de kinderen weer op te pikken en ons bezig te gaan houden met boerengolf. Of liever gezegd, de boswandeling náár de boerengolf. *) Mijn kinderen moeten altijd en over vooraan zijn, en dus liepen wij vrolijk een paar meter achter de begeleiding aan het bos door. Dat bleek nog best een wandelingetje te zijn, maar er was nergens een snelweg in de buurt en had ik al gezegd dat meer dan drie meter bos me een vakantiegevoel geeft? Waar we voorheen nog arm in arm liepen met onze partners en nauwelijks kletsen met de andere ouders, nu we elkaars namen hadden gehoord en samen een beetje van ons lief en leed hadden gedeeld maakte dat dat de groep veel meer mixte. Misschien is iets doen ook wel gewoon heel goed voor je praatspieren. Jurre kletste met andere ouders over Finnley en ik vroeg een moeder hoe zij genderzaken aan ging pakte op school.
Voor wie het niet kent: boerengolf is een soort minigolf maar dan met een klompje op een stok in plaats van een golfstick, een weiland om op de spelen en een vrij grote bal. Het is in theorie mogelijk om in een minimaal aantal holes de bal in het gat te mikken, maar het is vooral een training in geduld als je bal weer eens heel ergens anders op het gras eindigt dan waar je eigenlijk op gemikt had. Wat vooral belangrijk is, is dat je lol hebt. Onze kinderen besloten als gauw dat als lol de voornaamste bezigheid is, je dan ook niet echt op de rest van de groep hoeft te wachten, en gewoon lekker het veld over kunt struinen.
Wat mij mooi de gelegenheid gaf om het punt ‘openstaan voor meer dan alleen genderdysfore kinderen’ eens aan te snijden bij een van de oranje benaambordde **) medewerkers. Onder het mom ‘als er niemand ooit klaagt veranderd er nooit wat’ hield ik een pleidooi om niet alleen kinderen met genderdysforie, maar ook kinderen die genderqueer zijn of met enkel een ‘afwijkende’ genderexpressie toe te laten tot de kinderdag. Binnen transvisie lijkt er voor volwassen meer ruimte voor alle vormen van anders-gender zijn, waarom dan binnen Berdache (sorry! GO) niet? Er werd beargumenteerd dat het mogelijk onveilig zou kunnen zijn voor de transgender kinderen als een kind de ene keer als jongen naar een kinderdag zou komen en de andere keer als meisje gekleed. (Alhoewel ik persoonlijk denk dat je, als je als achtjarig Finnley-achtig jongetje van jurken houdt, je natuurlijk die jurk dan aanwilt naar een kinderdag en de broeken voor andere dagen zou bewaren) Maar, er wordt ook gesproken dat Genderkind en Ouder in principe een plek is voor alle kinderen die twijfelen over hun genderidentiteit, en onder die twijfelaars zouden best wel eens agender kinders kunnen zitten, of jeugd die zich als genderfluid zou omschrijven. Die kunnen ook best de ene dag in een broek en de andere dag in een jurk komen. Het was een nuttig gesprek. Natuurlijk konden er geen toezeggingen worden gedaan, en die verwachtte ik ook niet, maar het zou mooi zijn als er uiteindelijk een plek zou zijn waar ook Finn zich thuis mag voelen, en eventueel met lotgenoten kan praten over hoe dat is, als jongen in een jurk naar school. Ook al wil hij geen meisje worden, een deel van de zaken waar hij tegenaan loopt zijn immers hetzelfde.
Terwijl ik zo zat te babbelen en mijn jongens voor de derde keer een hole in one sloegen (‘Ja, echt hoor mam! Niemand zag het, maar hij zat er gewoon zo, floep, in een keer in!’) kabbelde de tijd langzaam voort richting het avonduur. Het werd maar eens tijd om terug te gaan lopen. Terug in het restaurant waar we begonnen waren werd een buffet klaargemaakt terwijl de kinders zich nog even mochten uitleven in
de speeltuin. Tegen de tijd dat de broodjes, knakworsten en salade geserveerd werden bleek mijn kroost het begrip ‘speeltuin’ heel ruim te hebben opgevat. Samen met wat andere kinderen zaten ze heel ergens anders op het terrein verstopt in een boom.
Tijdens onze maaltijd kon er nog even met weer andere ouders worden gepraat, dit keer over het programma Hij is een Zij, waarna we het tijd vonden om maar eens de terugreis te gaan ondernemen. Morgen weer naar school en meer van dat al. We plukten onze kinderen uit de struiken, die uitgebreid afscheid namen van hun net gemaakte vriendjes en werden uitbundig nagezwaaid terwijl we het terrein afreden.
In de auto praatten we even na over de dag.
‘Finnley, wist je dat sommige van de kinderen waarmee je gespeeld hebt vanmiddag ook genderkinderen zijn, net als Skylar?’
Finn: ‘Nee hoor, want het was een meisje, want dat zei ik, en daar heeft ze toen niets van gezegd!’
Sky: ‘Nee hoor, want het was eigenlijk toch een jongen, want ze had een broek aan’
… ***)
Fijn dat mijn zoons er iets van hebben opgestoken, van zo’n dag voor genderkinderen ?
*)Niet iedereen deed hetzelfde. Met 190 man golfen is waarschijnlijk net zo handig als met z’n allen tegelijk kennismaken. Tenzij de baan heel erg groot is. (Wat hij niet was) Een deel van de gezinnen met jonge kinderen ging GPS voetbal doen, en de pubers deden vast ook wat leuks, maar omdat Lyka eigenlijk vooral meeging om van de zon te genieten terwijl ze met haar neus in een tentamenboek zat (Oké, en om boerengolf te spelen. Om bij haar broertjes te zijn. Die met vriendjes over het weiland renden. Zodat wij maar met Lyka gingen golfen.. Maar de zon scheen!) heb ik geen idee wat die hebben uitgevoerd.
**)Wij droegen allemaal witte naambordjes. Met daarop onze naam, en daaronder in kleinere letters de naam en leeftijd van ons genderkind (behalve op het bordje van het genderkind, die hadden alleen hun naam) en een code die stond voor het spel wat we zouden gaan spelen, zodat de begeleiders op het oog de kinders konden verdelen in hun bijbehorende groepjes. Wat voor ons als soort van voordeel had dat wij het zeker wisten, toen we tegen de kinderen vertelden dat Bo net als Sky zich ook anders voelde dan dat ze geboren was.
Het maakte ook dat het stiekem spieken welk kind je denkt dat het genderkind is bij het starten van de dag (Even tussendoor, is dat iets wat iedereen doet? Zijn wij daar raar in dat wij ons dat afvragen? Is dat omdat we er voor het eerst waren? Ik ben me enorm bewust van het feit dat het niet uit moet maken en dat het onbeleefd is om te staren. Maar toch ga ik stiekem kijken.. Alsof het belangrijk is dat je kunt zien wie het genderkind is.. En ze dan vergeleken moeten worden met de mijne.. Ik vind dat we dat maar gauw moeten afleren.) een definitieve uitslag kende.
***) Uiteraard hebben we uitgelegd dat een broek de man niet maakt en dat dit nu juist een dag is waarop je tegen iedereen mag zeggen hoe je je voelt, en dat dat niets te maken heeft met hoe je fysiek in elkaar zit. Maar het mocht niet baten. Ondanks dat het meer uit moet maken WIE je benn zijn de kinderen toch nog altijd veel bezig met WAT iemand is. Tenminste, tot ze samen een leuk spel hebben gevonden om te doen. Of in dit geval, een boom. Uiteindelijk werd de compromis gevonden (‘Het was een kind, en ze heette Bo’) en vielen ze, hun grote zus als kussen gebruikend, op de achterbank in slaap.