Als ik naar buiten stap blijkt de grijze druilerige middag in het staartje van de winter nog net iets natter te zijn dan ik vermoedde. Ik sjees terug naar binnen op zoek naar een meer waterbestendige jas en handschoenen. Zoals gewoonlijk had ik een half uur voordat de school uitging op de klok gekeken en bedacht dat ik nog zeeën van tijd had, zodat ik nu, -drie minuten voordat de school daadwerkelijk uit gaat- , me nogal moet haasten om op tijd op het plein te staan. Kijken hoe het weer er bij ligt is niet iets wat in zo’n geval op mijn lijstje staat, zodat ik structureel al kletsnat ben voor ik door heb dat het misschien handig was als ik een regenjas had aangetrokken. Eenmaal op school aangekomen weten de leraren altijd zo’n druildag uit te kiezen om eens lekker laat bij de deur te zijn. Bibberend zoek ik een andere moeder om tegen te klagen, niets wat zo lekker een band schept als klagen over het weer. “Hé Taya, jou moest ik toch net hebben, ik wilde het nog even hebben over Luuk en Skylan!”
Gesprek op school
Ohoh. Een gesprekje. Dat zijn van die dingen die je aan je water kunt voelen en waar ik altijd erg nerveus van wordt. Het Gesprekje is een momentje op het schoolplein waarop de ene ouder de andere ouder op iets aan wil spreken. Niet dramatisch vervelend genoeg om er een appje over te sturen, of een belletje over te doen, maar wel belangrijk genoeg dat ‘maar ik moest eigenlijk boodschappen doen’ niet helemaal een gewenst antwoord is. In theorie is zo’n gesprek eigenlijk vooral heel fijn, en een hele mooie manier om als ouders even van gedachten te wisselen en elkaars meningen te peilen. Je kunt er ruzies in bijleggen en problemen mee oplossen. Helaas is mijn gevoel het niet altijd even eens met die theorie en heb ik nogal eens de neiging om me erg aangevallen te voelen als iemand mij aanspreekt op het gedrag van mijn kinderen. Vooral omdat mijn kinderen nogal op mij lijken, en bij tijd en wijlen van die bomenklimmende, schreeuwende wildebrassen zijn, die al hun luistervaardigheden op school schijnen te hebben opgemaakt. Waarna ze er dan feilloos in slagen om alle zes de keren dat jij ‘spring maar niet op de bank, straks valt er nog wat om’ zegt te negeren tot het moment dat er een glas limonade overheen blijkt te zijn gevallen. (Waarom wij dus thuis alleen nog maar bij het eten open glazen gebruiken, en de rest van de dag sportbekers) *)
Ze is een meisje
Voordat we in gesprek kunnen gaan worden we onder de voet gelopen door onze spruiten. De deur blijkt open te zijn gegaan en zowaar zijn onze koters als eerste buiten. “Hier is mijn tas mam, ik ga nog even spelen!”, hoor ik terwijl onze kinderen proberen als eerste bij de schommels te zijn. Ik bedenk me hoe je als ouders op een schoolplein gereduceerd lijkt tot een fietstaxi met kapstok die tassen draagt.
“Luuk had het erg naar zijn zin gehad gisteren!” begon zijn moeder, “ze kunnen het wel vinden samen hè. Weet je, ik vroeg gisteren aan hem hoe hij Sky eigenlijk ziet, als jongen of als meisje. ‘Nou mam’ zei hij, ‘ze doet soms een beetje als een jongen, maar ze is een meisje.’” Ik keek haar een beetje niet begrijpend aan. “Ik vroeg het me af”, zo zei ze, “want ze is best druk en actief, maar ook heel sierlijk. Ik was benieuwd hoe Luuk het zou zien. En ze waren wezen zwemmen natuurlijk, en hadden elkaar bloot gezien bij het omkleden. Dus toen dacht ik eraan.”
Geen meisje-meisje
In de verte klimt mijn dochter via de zijpaal het toestel van de schommels op om ondersteboven aan de dwarspaal te gaan hangen en een turnoefening te doen. Inderdaad, Skylanne is niet het soort kind wat binnen gaat zitten kleuren of de haren van haar my little ponies gaat kammen. (van die dingen waar ze zelden naar omkijkt, tot ik opper of we ze niet beter cadeau kunnen doen aan een kindje wat er meer mee speelt. Dan wordt ik aangekeken of ik een moord heb beraamd.) Niet dat ze nooit rustig zit, vooral als er een Donald Duck in de buurt is krijg je haar vrij lang stil, maar ze heeft een aangeboren neiging tot rennen en in dingen klimmen.
Dat viel ook te verwachten met een moeder zoals ik. Feilloos had ik als kind het enige meisje uit de buurt opgesnord wat ook hield van buitenspelen, en wij kenden alle parkjes en plekjes in de buurt om in- en op te klimmen, tot wanhoop van onze moeders, die graag hadden gewild dat we in onze zondagse jurk gewoon met barbies waren gaan spelen. (alhoewel dat mogelijk meer te maken had met mijn neiging om úit die boom in een sloot te vallen dan met het daadwerkelijke buitenspelen)
Tegen een boom piesen
Het grappige is dat ik nooit écht heb getwijfeld of ik me wel meisje voelde. Tuurlijk wilde ik een blauwe maandag als jongen door het leven, maar dat had meer te maken met het feit dat die geen zondagse jurk aan hoefden en gewoon tegen een boom konden piesen dan met daadwerkelijke onvrede over mijn gender identiteit. Meisjes mogen best in bomen klimmen tenslotte, of voetballen. Maar als mijn genderkind in bomen wil klimmen, dan lijkt dat ineens jongentjesgedrag.
Let wel, ik deed er zelf aan mee hoor. Ik heb mening middag mijzelf het hoofd gebroken over de vraag of we die sociale transitie van Skylar naar Skylanne nu echt wel moesten doorzetten. Ja, ze leek van de rol jongen-in-een-jurk echt wel wat ongelukkig te worden, maar als ik me net had verzoend met het idee dat ik mogelijk een tweede dochter zou krijgen rende ze scheten latend als ninja door de kamer met een plastic zwaardje achter Finnley aan. Natuurlijk wíst ik wel wat je leuk vindt om mee te spelen helemaal niets te maken hoeft te hebben met hoe je je voelt, maar dertig jaar gender specifieke opvoeding maakten dat mijn gevoel soms gedachten losmaakte waarvan ik niet eens wist dat er wat zat om los te maken.
Jongensdingen meidendingen
Overigens is dat iets wat je vaker ziet bij genderkinderen, dat ze heel goed aanvoelen wat wij (de maatschappij) zien als ‘jongetjesgedrag’ en wat we onder het kopje ‘meidendingen’ zouden scharen. Zo is menig transmeisje in haar vrouwelijkheid het toonbeeld van meisje-meisje, met barbies, prinsessenjurken en roze sokken en zal een beetje transjongen roepen dat kleurplaten voor watjes zijn en huilen voor mietjes. Als je het gevoel hebt niet in het hokje van je geboortegeslacht te passen kan je maar beter luid en duidelijk kenbaar maken wat er wel bij je past, zodat er in het geheel geen onduidelijkheid bestaat over wat je je dan wél voelt.
Na een tijdje komen sommigen van die genderkinderen er achter dat er meer kleuren zijn dan alleen zwart of wit. Dat je als man best mag huilen bij een film, of als meisje een passie voor voetbal kunt hebben. Mogelijk komt de transjongen erachter dat striptekenen toch wel heel vet is, en blijkt het transmeisje eigenlijk meer van vampieren dan van barbies te houden.
Twijfelen aan gender van de transgender
In mijn hoofd wil ik een genderneutrale samenleving. Of dan toch in ieder geval een samenleving waarin welk gender je bent niet bepaald wat je leuk mag vinden of welke kleren je mag dragen. Feitelijk doet het er namelijk niets toe. In groep drie wilde Finnley nagellak, en zag ik hem nog steeds als jongen. Mijn ex, een stoere vent met warrig metal haar, piercings en legerjas, kon samen met mij dikke tranen huilen om een zielige film en een goede vriendin is beste vriendjes met haar powertools, en bracht een jaar door als Opperhoofd Gebouw van onze vereniging. Ik heb nooit getwijfeld aan hun gender. Wij volwassenen zouden moeten weten dat er way meer dan vijftig tinten grijs bestaan tussen de genderuitersten van zwart en wit. Waarom dan, hebben andere ouders, en eigenlijk ikzelf soms ook, zo de neiging om Sky zeker te willen passen in één van hokjes?
Duidelijkheid willen
Het zal wel aan het genderding liggen, besluit ik. Mogelijk heeft het te maken met wennen aan de nieuwe situatie. Zeker willen zijn van je zaak. Of, in het geval van de moeder van Luuk, van het zaakje van iemand anders. Want dat wij mensen alles in categorieën willen indelen, dat is blijkbaar lastig loslaten. Als je dan iets of iemand tegenkomt die het waagt om zich uit het hokje te wurmen, sterker nog, die je hele indelingssysteem ineens ter discussie stelt, door te beweren dat gender niet uit hokjes, maar meer uit een web bestaat, daar zou iedereen van in de war raken.
Hoog tijd om die warrige gevoelens een halt toe te roepen door duidelijkheid te gaan scheppen. In dit geval door steeds maar weer te proberen uit te vinden of het echt wel waar is wat Sky zegt, namelijk dat ze een meisje wil zijn.
Andere kinderen, zoals Luuk, twijfelen daar helemaal niet aan. Skylanne zegt dat ze een meisje is, dan is ze dat. Net zoals er van voetballend, taikwondoend, bij de jongensgroep horend klasgenootje K. bij Finnley in de klas ook niemand twijfelt of ze misschien stiekem toch een jongetje is.
Geweldig kind
“Kijk mam, ik kan een radslag met één hand!” De schommel als turntoestel vergeten stuitert mijn dochter nu over het voetbalveld. Het wordt tijd dat ik mijn aangeboren moederlijke***) neiging om me over alles druk te maken eens links laat liggen en naar huis ga. Voor een kopje thee met koekjes. Met mijn geweldige kind. Want waar ze ook zit of nog gaat zitten in dat genderweb, dat blijft ze.
*) Natuurlijk gaan niet alle gesprekken over het vermogen van mijn kinderen om rommel te maken of zich te onttrekken aan het gezag van de aanwezige ouder. Sterker nog, de meeste gesprekjes gaan eigenlijk altijd over hele onschuldige zaken, waarvan het andere kind vaak net zo goed de aansticht(s)ter kan zijn als het mijne. Als er überhaupt al iets valt aan te stichten. Maar een beetje moeder **) is een ster in zich van te voren bedenken wat de ándere moeder van haar gaat vinden. Iets wat, in de meeste gevallen, zelden iets bijzonder positiefs zal zijn, althans, in gedachten dus.
**) Ik wil niet genderdiscrimineren. Maar door de bank genomen zie ik hierin echt verschillen in de laissez faire houding die ik vaders vaak zie hebben tegenover de ik-maak-me-over-alles-druk gevoelens die menig moeder tot kunst heeft verheven. Mogelijk mede tot stand gebracht omdat er nu eenmaal ook heel veel moeders lijken te zijn dié iets van andere moeders vinden.
***) Vaders ook. Vast. Maar Jurre niet, die kan dat veel
beter loslaten. In dit geval, dus vooral moederlijk.
Mooie post en er is zeker meer dab zwart&wit
Thanks!
Volgens mij is dat de taak van opvoeders: je kids bij brengen da er kleur en grijstinten zijn 😉