Afgelopen weekend zijn Skylar en ik andere gendercreatieve kinderen wezen opzoeken. De kinderdag was georganiseerd door Berdache *), een organisatie voor ouders van genderkinderen. Het idee van zo’n dag is dat kinderen door samen te spelen leren dat ze niet de enigen zijn met een genderverhaal. Als bonus zijn er dan een hele bups ouders bij die samen hun verhalen kunnen delen.
Ik had een tijdje geleden aan hem gevraagd of hij dat wat zou vinden, andere kinderen ontmoeten zoals hij. Sky zei toen dat hij dat wel wat zou vinden. Ik merkte de laatste tijd ook dat hij meer vroeg om boekjes over jongens in een jurk, of transgender kinderen. Zelf was ik een beetje aan het twijfelen, omdat ik vermoedde dat het merendeel van de kinderen daar transgender zou zijn, in de zin van, overduidelijk ontevreden met hun lijf (de ‘appels’ zogezegd) en ik me afvroeg of hij daar wel tussen zou passen. Na enig heen en weer mailen met een van de vrijwilligers bleek echter dat de kinderdag bedoeld is voor alle kinderen **) die twijfelen over hun genderidentiteit, ook kinderen die bijvoorbeeld heen en weer wisselen tussen jongetje en meisje en genderfluid genoemd zouden kunnen worden (Zoals deze mooie documentaire laat zien, over Jack uit Canada), of kinderen die er nog niet uit zijn hoe ze zich voelen.
Zo gingen we op een vroege zondagmorgen onderweg richting het midden van het land. Sky had ietwat slaapgebrek, daar hij de avond ervoor had meegedaan aan de schaatsshow, en die pas rond half tien was afgelopen. Maar slaap is voor watjes, leek hij te denken, en vol energie dook hij de auto in. Ik had me goed ingelezen, en nagedacht over de te nemen route. De a1 was dicht, en de dag ervoor had er kilometers file rond Utrecht gestaan. Het was dus zaak om op tijd te vertrekken. Misschien was het verstandig om voor de zekerheid over Gorinchem te rijden en niet over de a12. Echter, de rest van het land had ook geleerd van de zaterdag, en er was niemand op de weg. Ruim een half uur te vroeg kwamen we aan op onze bestemming. Het bleek een vrij groot scouting terrein te zijn, met behalve genoeg ruimte om te spelen in de bosjes ook speeltoestellen en een flink gebouw voor als we het koud zouden krijgen.
Al gauw stopte Sky met zich achter mijn rug te verstoppen en besloot de klimtoestellen uit te gaan proberen samen met een ander, in geel prinsessenjurkje gestoken, jongetje van ongeveer dezelfde leeftijd. Na een paar minuten kwam hij aanrennen. “Mama!”, riep hij blij, “Er zijn hier andere kinderen zoals ik! Ook jongetjes die van meisjesdingen houden!” Al mijn mogelijke twijfels over het nut van deze dag smolten als sneeuw voor de zon. Wat er verder ook zou gebeuren, de dag was nu al geslaagd.
De kinderen werden uiteindelijk in groepjes ingedeeld, met gekleurde lintjes om de arm. Zij bleven beneden om aan het eerste spel te beginnen terwijl de ouders boven een voorstelrondje hielden. Terwijl buiten het raam driftig werd gezocht naar paaseieren hoorde ik van andere ouders waar ze vandaan kwamen, hoe oud hun kind was, en wat hun genderstatus was. Een hoop bleken inderdaad overtuigd transgender, een aantal waren al in sociale transitie gegaan van jongen naar meisje of andersom. Maar er waren ook een aantal ouders die, net als ik, aangaven dat hun kind niet perse heel ongelukkig was met zijn lijf, maar wel aangaf als meisje door het leven te willen. Gelukkig had de organisatie de vooruitziende blik gehad om de ouders stickers op te laten doen met hun namen en de naam van hun kind, anders had ik sommige van die ouders nooit meer teruggevonden in de bups van volwassenen die zich in die kamer verzameld had.
Tegen de tijd dat alle opvoeders beneden in de zon zaten met koffie en thee waren alle paaseieren gevonden en waren de kinderen het terrein aan het ontdekken. Wat me opviel was dat de scheiding hier eigenlijk veel strakker leek te zijn dan bijvoorbeeld op school. De transmeisjes en jongens-die-van-meidendingen-houden speelden samen, en de transjongens en de meisjes-die-van-jongensdingen-houden speelden met elkaar. Beide groepen zaten in de bosjes en in de bomen, maar het voetbalveld leek wel het exclusieve domein van de jongensachtige kinderen.
Zo kabbelde de dag rustig voort. De kinderen deden nog een ander spel, waarbij er in groepjes gezocht werd naar items voor punten. Het fijne weet ik er niet van eigenlijk, want ik heb mijn zoon weinig gezien. Er werden broodjes naar buiten gebracht terwijl ik met de moeder van het gele jurk jongetje (Die meer op Skylar leek dan eerst gedacht, want ook die was niet bijzonder onblij met zijn naakte zelf, maar had wel aangegeven zich van binnen meisje te voelen) filosofeerde over onze zonen en hun toekomst. Met een andere vader bedachten we dat onze kinderen mogelijk uiteindelijk een soort Jett Rebel of een Jeffree Star zouden gaan worden, mogelijk geen meisje, maar een flamboyante man met roze haar en glitters. Veel ouders die ik sprak waren al bij het de genderpoli van het VUmc geweest, ook de ouders van kinderen die niet heel onprettig in hun lijf zaten. Tegen half drie was mijn kleine man doodmoe, en begon tegen me aan te hangen. Hij wilde zelfs niet blijven voor het vuur en marshmallows roosteren. (Een veeg teken van zeer zware moeheid. Normaal heeft eten op Sky een uitwerking als een rode lap op een stier ***) en gaat hij tot grote vertes om, veelal zoet en vet, eten te bemachtigen. Dingen roosteren boven een vuurtje is iets wat mijn scout in de dop zelden afslaat)
Uiteindelijk liet hij zich door een van de anderen overhalen, en gingen we, plakkerig van alle zoetigheid, vlak na het fikkie stoken naar huis.
‘Mama..’, zei hij in de auto, helemaal opgerold op de bijrijdersstoel, ‘..mogen we wel nog een keer naar deze dag? Anders kan ik nooit meer met mijn nieuwe vriendjes spelen.’
Wat hem betreft was de dag wel een succes.
Missie ‘Genderkinderen ontmoeten’ geslaagd 🙂
*) Berdache, dat tegenwoordig meestal vervangen wordt door het woord two-spirit, is een term die de oorspronkelijke bewoners van Amerika gebruiken voor mensen in hun groep die een andere gendervariatie hebben dan mannelijk of vrouwelijk. Dat u het even weet 🙂
**) Alle kinderen die twijfelen over hun genderidentiteit, wel te verstaan. Kinderen zoals Finnley, die zich verder prima voelen in hun lichaam maar alleen een afwijkende genderexpressie hebben, daar is (helaas) nog niets voor. Maar dat is voer voor een heel nieuw verhaal.
***) Spreekwoordelijk dan. Stieren zijn kleurenblind. Ze reageren op de matador, en niet op de kleur van de lap. Net als cobra’s die op de bewegingen van de fluit reageren van de fakir, want die zijn doof.