Kids just wanna have fun

Soms moet je het even over heel iets anders hebben. Met genderzaken bezig zijn, nadenken over sociale transities, je brein laten wandelen over gymlokalen en kleedruimtes, het kost allemaal best een hoop energie. Als ouder wil je altijd het beste voor je kind, en wij zijn daarin niet anders. Maar ik ben ook mens, en toevallig eentje met een overactief brein, wat er soms wel bij vaart als ik onthou dat mijn kind ook nog gewoon kind is. We moesten maar eens gaan voor een gender-vrije-dag. Gender is tenslotte niet altijd maar ingewikkeld, lastig en de oorzaak van veel hersenkronkels. Het IS vaak gewoon. Ergens, op de verre achtergronden van ons leven, waarin we verder precies dat doen: leven. 

Tijd voor wat ontspanning

Van de week was dat naar de eerste schaatsles van het seizoen gaan. In tegenstelling tot vorig jaar (weet u nog , toen het in September tropisch warm werd) was de herfst inmiddels goed ingetreden. Als we wakker worden is het weer donker in de kamer, het regende overvloedige herfstbuien en de verwarming mocht voor het eerst weer aan. Het voelde zodoende niet eens heel vreemd om onderweg te gaan naar de schaatsbaan. Wel bleken de handschoenen zich op onverklaarbare wijze te hebben verstopt in de hoeken van de planken van de berging, in plaats van in de doos waarin ik ze zocht, en waren de winterjassen nog niet van hun plaats gehaald, maar dat mocht de pret niet drukken. Van bewegen krijg je het warm, en dan was die jas vast niet nodig. *)

Wij hadden van te voren goed besproken wat het schaatsplan voor dit seizoen zou zijn. Finnley had besloten dat hij niet weer  de show wilde schaatsen. Het was wel leuk, zo zei hij, maar hardrijden **) was toch leuker. Zodra Skylar hoorde dat de grote broer niet meewilde naar de schaatsles en zijn eigen klasje in zou gaan rijden wilde hij prompt niet meer naar de kunstschaatsles. Er is een bepaalde leeftijd waarop de jongsten in een gezin áltijd álles samen willen doen met de ouderen in dat gezin. Enigszins (of soms bijzonder veel) tot ongenoegen van die oudere kinderen, die het wel prima vinden om op de grond te hangen met een Donald Duckje en helemaal niet altijd genegen zijn om hun jongste broertje te entertainen. Toen ik opperde dat, als Sky dan zo graag op noren wilde, hij dat wel in een ánder klasje en op een ándere dag zou moeten doen dan dat Finn dat deed, was het enthousiasme voor hardrijden gauw over.

Niet meer jongensschaatsen

Zo gebeurde er wat ik eigenlijk al verwacht had, namelijk dat mijn jongste spruit opnieuw terecht kwam bij de showschaatsers , waar glitter, muziek en zwieren hoog op de agenda staat. ‘Hey Sky! Wat leuk dat je er weer bent!’ werden we begroet nadat we eindelijk de honderd trappen naar de schaatsbaan waren beklommen.***) ‘Mama.. mag ik hier ook meisje zijn?’ ‘Erm.. tuurlijk lieverd, waarom niet.’ Het is maar schaatsen tenslotte. Ik licht de voorzitter van de vereniging in dat mijn kind graag als meisje door het leven wil en dat wij vinden dat ze dat hier mag kiezen. Gewend als ze al waren aan het uiterlijk van Sky, lijken ze daar totaal geen moeite mee te hebben. ‘Natuurlijk! Hoe gaat ze heten?’

Toch even over gender denken

‘Hoe ze gaat heten? Erm.. Dat blijft gewoon Skylar? Dat wilde we eigenlijk nie…’ ‘Ik wil Skylanne. Dat vind ik mooi.’ komt mijn genderkind ertussendoor. Uh… Ik staar verwilderd wat om me heen. We hebben het nooit gehad over namen. Sky leek mij wel neutraal genoeg dat dat eigenlijk niet nodig was. Tuurlijk heeft mijn kind eerder aangegeven een andere naam beter en mooier te vinden, maar dat leek mij op het niveau zitten van dat ik vroeger Amaranth wel leuk vond, en een week later Isabelle. ‘We houden het voorlopig nog even op Skylar’, beslis ik en parker alle genderzaken in een hoekje van mijn hoofd terwijl ik de schaatsen aan ga wurmen, iets waar je beter je aandacht voor kunt gebruiken, want het op de juiste strakheid vastknopen ervan is nog een kunst op zich.

Eenmaal op het ijs is het overduidelijk dat showschaatsen een betere keus is voor mijn jongste dan hardrijden.  Op een neer dartelen met één been in de lucht en proberen om net zulke mooie rondjes te draaien als de oudste kinderen op het ijs lijkt volgens Sky het hoofdbestanddeel van de les te zijn. Overigens ook als de leraar eigenlijk vindt dat er wat anders moet gebeuren, zoals werken aan je techniek en oefenen met visjes maken.  Ik hoop maar dat ze niet te veel verwacht van een klasje zesjarigen. Gelukkig hebben we een vereniging uitgekozen waarbij plezier hoog in het vaandel staat, want ik geloof niet dat mijn kinderen het in zich hebben om bijzonder serieus met sport bezig te zijn. Topsport en dicipline is aan ons gezin niet echt besteed.

Welke is er van jou?

‘Kijk, dat doet ze leuk, die zwarte met paarse sjaal is toch van jou?’ Een moeder die haar winterjas wel heeft kunnen vinden en nu nipt van de uit de kantine meegebrachte koffie spreekt me aan. ‘Ja hé, en dat terwijl dit pas de eerste les na de vakantie is, ik ben zowaar een beetje verbaasd over haar schaatsskills.’, meld ik ietwat bibberend maar niet zonder trots, ‘welke is er van jou?’ Mooi is dat, hoe ouders onder elkaar hun kinderen degraderen tot pakketjes met een bepaalde kleur kleren aan als ze willen aangeven welk kind tot hun kroost behoort. ‘Die met de roze muts op. Maar die is nog niet zo’n whizz als jouw dochter hoor, ze is nog maar net zes.’ ‘Zal ik je eens wat vertellen,  de mijne is ook nog maar zes. Maar ik heb een hele grote man, dus al mijn kids hebben lange genen.’

Gender én fun

Normaal gesproken zou dit het moment zijn waarop ik nog eens overwogen had wat uit te wijden over genderzaken en de wereld wat bij te leren door terloops te vertellen dat mijn dochter eigenlijk een zoon is. Dat kleren de man niet maken, en rokken en roze, net als vlechten en staartjes , niets zeggen over iemand identiteit. Maar nu heft mijn kind aangegeven om voorlopig als meisje door het leven te willen.  Kan ik dat dan wel maken? Is Sky’s genderkind status nu niet veranderd in iets wat ik niet meer zowaar, en zeker niet zonder zijn toestemming, met vreemden kan delen? Is dit iets wat je kúnt delen überhaupt, aan de thermos met warme thee, op een vroege zaterdagochtend in september langs de ijsbaan? Of gaan mensen je dan heel raar aankijken? Zijn we nu op een punt aanbeland dat het een soort geheimpje moet worden, iets wat je niet meer deelt met mensen? Of is het meer een soort iets wat er niet meer toe doet? Omdat ik nu eenmaal goed ben in doordenken hebben al deze gedachten de kronkels in mijn hersenen gepasseerd tussen de slok thee en het antwoord. Met de snelheid die hersenspinsels nu eenmaal kunnen bereiken realiseer ik me dat er eigenlijk niet zoiets bestaat als een ‘gender-vrije-dag’, of dan toch in ieder geval niet voor mensen met een brein zoals het mijne. Misschien moet ik er gewoon wat minder moeite voor doen.

Wonder boven wonder is je dat realiseren soms net wat je nodig hebt. Voor ik het weet klets ik de hele les met de moeder van het roze muts kindje over onze dochters. Gewoon, omdat het ontzettend mooie kinders zijn die rondzwieren op een ijsbaan.

 

*) Voor Skylar bleek dat goed te kloppen. Die had het zo warm dat de trui zelfs uit moest. Voor de ouders daarentegen, die op een hardhouten bankje zaten de blauwbekken aan de zijkant van de diepbevroren ijsbaan, had een winterjas achteraf misschien toch een verstandige keuze geweest…

**) Ik heb zo het idee dat dat vooral is ingegeven doordat schaatsen op noren de beginner makkelijker afgaat. Op zo’n noor kan je namelijk niet voor- of achterover vallen, vanwege de enorm lange ijzers, en alleen opzij. Zodoende kan je sneller een flink eindje schaatsen op noren dan op hockey- of kunstschaatsen. Als bonus gaat de les bij hardrijden vaker over lol hebben en racen, en minder over het aanleren van figuren en techniek.

***) Iemand heft ooit bedacht dat het een leuk idee zou zijn als we het wintersportcentrum zouden verbouwen. Dan kon er meer sport in, ook klimmen bijvoorbeeld en een fitnesscentrum. Omdat er op de plek zelf niet zoveel ruimte meer was besloten ze de hoogte in te gaan. De winkels en de hal ligt nu ongeveer top de tweede  verdieping, terwijl de ijsbaan nog steeds op straatniveau blijft. Met als resultaat dat je eerst een enorme, bijzonder hip maar onhandelbaar gevormde, trap op moet om in de hal te geraken, en daarna weer een tribunetrap af om bij de ijsbaan te komen. Als je pech hebt, en in de funrink moet zijn (de schaatsbaan in het midden van de 400 meter baan, want waarom zou je niet iets doen met die ruimte?) moet je daarna wéér twee trappen op en opnieuw af. Je moet iets over hebben voor de hobby van je kind ****)

****) Later zou ik erachter komen dat je voor de showschaatslessen gewoon bij de ijshockey ingang mag parkeren, wat vroeger de ingang van het wintersportcentrum was, en daar de deur in mag die voor andere wintersporters gesloten blijft, zo alle trappen geheel omzeilend. Maar dat weet ik nu nog niet.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *