Loslaten bij de genderpoli

 

Jurre kwam toch nog ietwat vermoeid terug van de genderpoli gisteren. Het is vakantie en ik had een ochtend kindvrij achter mijn knutseltafel, waar ik zou beginnen aan de verjaarskaart die ik elk jaar in elkaar zet voor onze kinderen. Zodoende was mijn man met beide kinders naar Amsterdam getogen. Sky zou wat testen gaan doen om haar binnenste bloot te leggen en Finn zou wat tijd met papa hebben. Nadat Skylanne mee was genomen een kamertje in had hij wat lijsten in zijn handen gedrukt gekregen. Of hij die even wilde invullen, voor het einde van het onderzoek klaar graag. Nu ben ik een ontzettend geëmancipeerde vrouw, en dus heb ik de broek aan in huis als het op het invullen van lijsten over onze kroost aankomt. (Mogelijk heeft het feit dat ik, door onze iets minder geëmancipeerde rolverdeling als het op werken aankomt, het meeste thuis ben bij die kroost er ook iets mee te maken, evenals mijn neiging tot overal controle over willen houden, wat mogelijk af en toe ietwat ongezonde trekjes kan vertonen*), maar dat laten we nu even buiten beschouwing.)

Ik moet loslaten bij de genderpoli

Zodoende kreeg ik tegen tienen een telefoontje. “Ik heb vragenlijsten.”, meldde Jurre. “Met honderden vragen! Wat wil je hiermee?” Mijn neiging tot altijd en overal controle willen hebben streden met mijn hersens die de wetenschap bezitten dat ik getrouwd ben met een zeer competente man. Het invullen van een lijst over het gedrag van ons kind behoorde zeker tot zijn mogelijkheden. Ik besloot tot een compromis. ‘Als jij mij nu een foto van de lijsten appt, dan kijk ik daar even naar, en dan bellen we nog even.’ Terwijl ik wacht tot de foto’s binnenkomen besef ik me hoe zeer ik op mijn moeder lijk. Was ik het niet die vroeger vond dat mijn vader best wel wat meer initiatief mocht tonen? Ik zou natuurlijk best dit gewoon los kunnen laten en Jurre dit zelf laten oplosse.. Hé, de foto’s!

Wat voor vragenlijsten waren dat?

Twee vragenljsten kwamen binnen. De SRS-2, een lijst waarmee ze meten of je kind last heeft van autisme**) en de HiPIC, een lijst waarmee ze inzicht willen krijgen in de persoonlijkheid van het kind. Rond de tweehonderd vragen over het zelfvertrouwen van je kind. Maakt je kind vrienden? Is je spruit een perfectionist of een sloddervos? Bied je kroost anderen troost? Is ze heel stil of juist licht ontvlambaar? Of we van alles wilden aangeven op een schaal van één tot vijf of het nauwelijks of heel kenmerkend was voor ons kind. Nummertjes omcirkelen dus. Niets geen open vragen invullen met mooie volzinnen die precies de essentie van ons kind weergaven. Dit kon ik met een gerust hard aan Jurre overlaten.

Het bleek natuurlijk ***) weer eens opnieuw dat ik de hele dag prima aan mijn eega kon overlaten. Hij was enkel een beetje moe en murw geworden van al die vragen invullen. “Sky deed het prima”, meldde hij bij thuiskomst. “De psycholoog zei dat ze goed zenuwachtig was, maar bij de taakjes heel geconcentreerd bezig was geweest. Het was eigenlijk heel gezellig om zo lekker bezig te kunnen zijn met Finnley.” Maar ik zou mezelf niet zijn als ik niet toch nog wilde proberen om iets van informatie uit Skylanne te krijgen over hoe zij de ochtend had beleefd.

Vragen aan de ontbijttafel

‘Hey Sky, hoe was het eigenlijk gisteren bij het VU?’, vroeg ik zo casual mogelijk aan het ontbijt aan mijn nooit zo mededeelzame dochter.
“Ik heb Pokémon gespeeld. We hebben een raid gedaan en een gym aangevallen!” riep Finnley meteen. “Er was een computer met memory, papa had Exploding Kittens meegenomen en een meisje speelde tafelvoetbal en ik deed mee. En we hebben een foto gemaakt, kijk hier. We kijken zo, want de zon schijnt in onze ogen.” ‘Wow, een raid gedaan? Toe maar. Hey Sky, heb jij nog getekend met de onderzoeksmevrouw?’ (Gesloten vragen stellen, dat werkt raar genoeg veel beter als je wilt weten hoe mijn dochters dag verlopen is. Misschien is ‘hoe was het?’ ook wel gewoon een veel te open en ingewikkelde vraag voor een bijna-zevenjarige)

Diagnostiek door de ogen van een kind

“Ja! Ik moest een hele hoop tekenen. Een huis, en een boom, ikzelf, een hartje en een meisje en een jongetje.”
Diagnostiek door tekenen. daar wil ik de diepere betekenis wel van weten. Ik neem me voor om de volgende keer dat we er zjn eens na te vragen wát er eigenlijk onderzocht wordt op zo’n onderzoeks ochtend. En dat dan ook te onthouden, want volgens mij had ik me dat vorige keer ook al voorgenomen. Sky babbelt ondertussen vrolijk verder.
“Er waren ook een heleboel vragen. En test dingen. Met blokjes. Wist jij mam, dat een zandloper bouwen van blokjes echt heel moeilijk is?”
‘Ik had werkelijk geen idee, dat neem ik dan van je aan. Dat lukte dan ook zeker niet?’ (Ontkenningen, dat werkt nóg beter als je meer informative wilt lospeuteren) “Écht wel! Ik was er heel goed in! Er waren ook barbiepoppen. En een bal. Wist je dat we zelfs ook mochten verkleden? Je kon als ridder, of als fee, of als hond. Ik mocht mijn hondenpak zelfs aanhouden bij de testen! Woef!”

Het was duidelijk dat het verkleden het hoogtepunt van de ochtend was geweest. ‘Was er nog iets wat je niet leuk vond?’
“Er was pauze, en toen mocht ik niet een warme chocolademelk uit de automaat, maar alleen water! Nu had ik maar twee keer warme chocomel gehad!” klonk het verontwaardigd uit de keel van mijn kleine meid. Je zal ook maar water moeten drinken zeg. Dat is voor schóóldagen! “Weet je wat ik vanmiddag wil drinken mam? Groene sap met prik.****) Mag het? Please? Finn, níet díe, ik wil de tandpasta als eerste. Ga je zo mee buiten spelen?”

Bijna klaar bij de genderpoli

Ik geloof dat het onderzoek duideliijk niet gerekend hoeft te worden onder het kopje ‘enerverende moeilijke zaken’. Nog één keer een gesprek van de psycholoog met Sky eind mei en dan hebben we in juni ons adviesgesprek. Ik ben benieuwd of ik voor die tijd heb onthouden om te vragen wat ze nu precies onderzocht hebben met mijn hondje die met blokken een zandloper mocht bouwen.

*) Zoals dat we ons inmiddels samen hebben ontwikkeld tot een relatie waarin mijn man mij gaat bellen als hij vragenlijsten in zijn handen krijgt. Ofwel omdat hij weet dat ik altijd alles wil weten en me enigzins ontstemt voel als hij ze invult zonder het er eerst met me over te hebben, danwel omdat hij inmiddels zo gewend is aan het feit dat ik altijd alles wil regelen dat hij zelf twijfelt hoe hij het moet regelen. Maar dat we er ons van bewust zijn is al een pré, toch? En zeg nu zelf, is het niet ergens volkomen normaal dat ik precies wil weten hoe hij de tassen van de kinderen inpakt/paprika snijdt/administratie doet? Of nee, ik kan het misschien beter maar zelf doen. Voor de zekerheid. En dan klagen dat ik vind dat hij te weinig doet… Oh… Wacht..

**)Autisme is een ontwikkelingsstoornis die vaker dan gemiddeld voorkomt bij mensen met genderdysforie. Of je zou kunnen zeggen dat kinderen met genderdysforie vaker dan gemiddeld een vorm van autisme hebben.

***) Wat is dat toch, dat mijn hersens echt wel weten dat de ander het kan, maar dat ik dan toch, altijd, nét even zeker wil weten dat het ook echt zo is… Kent u dat, dat hij de route opzoekt op Google Maps, maar dat je voordat je in de auto stapt toch éven zelf wilt kijken hoe hij loopt. ‘Voor de zekerheid.’ Maar owee als jíj de TomTom bent in de bijrijdersstoel en híj van te voren wil kijken hoe jullie gaan rijden…

****) Het toppunt van lekker drinken. Nu ja, dat is niet helemaal waar. Het absolute toppunt is cola. Of cassis. Of gingerale, sinas of 7up. Maar dat mogen ze niet heel vaak. Het op één na absolute toppunt, en bovendien iets wat ze wat vaker mogen drinken, is ranja met spa rood. De groene (wat vinden kinderen dáár nu aan.. ik vind het echt de allersmerigste..) is hun absolute favoriet. Het liefst nog in een glas met een dubbel buigrietje erin. Bliss is in the small things.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *