Mama, ik ben toch geen jongen?!

 

Vrijdag gaan we naar de Efteling. We zijn van de winter met bloed zweet en tranen verhuisd, hebben dat huis bewoonbaar gemaakt, hard gewerkt bij school en baas, en ik heb maanden lang geploeterd in revalidatie aan de andere kant van het land, de kinderen in de (overigens zeer capabele) handen van Jurre, oma en de plaatselijke kinderopvang gelaten, en vond dat we daarom wel een cadeautje verdiend hadden. Nu ja, stiekem gaan we eigenlijk elk jaar naar de Efteling, waren we er vorig jaar zelfs twéé dagen, prijkt er op de keukenmuur een levensgroot Efteling kasteel en wordt elke wc bezoeker in ons huis verblijdt met nog meer sprookjes figuren en ander beeldmateriaal uit ons favoriete attractiepark, maar dit jaar vond ik dat we dubbel reden hadden. We spaarden zegels van de plaatselijke supermarkt en vrijdag is de grote dag waarop de kinderen voor het eerst een Negen Pleinen Festijn mee gaan maken, en tot ver na bedtijd in ’s lands mooiste sprookjespark mogen zijn.

Kijk! Een draak!

Er was eens, lang lang geleden een moeder die ontdekte dat er drakenpakjes te koop waren voor haar kinderen. Hoewel eigenlijk bedoeld als pyjama’s waren die heel geschikt om uit de verkleedkist te vissen als de familie een dagje sprookjesonderdompeling verdiende, en sindsdien ging ons gezin verkleed op pad naar ons favoriete park. We trokken de kinderen er in de winter drie truien eronder aan, maar ze zouden als draak de deur uit. (Nu ja, met uitzondering van die keer dat Finnley uit zijn pak groeide en als minion ging. Of toen we een abonnement hadden en bleek dat je een drakenpak ook af en toe moet wassen en we een monstertrui uit de kast visten.) Tot niemand meer in het verkleedpak paste en het vorig jaar tijd werd om de opties te heroverwegen.

Jurre opperde even kort of het mogelijk tijd werd dat we verkleden de deur zouden wijzen, maar werd door vrouw en dochter bijzonder snel terecht gewezen. Ophouden met verkleden! Was hij helemaal betoeterd, dat moet je zo lang mogelijk blijven doen. Dat je je als ouders niet meer mag verkleden in de Efteling is al erg genoeg *1), dat moeten we dan helemaal gaan inhalen door ergens anders bijzonder verkleed Halloween te gaan vieren. We gingen het internet op en Finn koos een mooie nieuwe drakenonesie*3), terwijl Skylanne tevreden werd met een rode middeleeuwse jurk.

Dan vinden ze me stom

Vanmorgen was het tijd om de verkleedkleren nog eens onder de loep te nemen, en te bepalen wat er nog door strijkbout of wasmachine gezien diende te worden voor het vrijdag zou zijn. Sky stond voor de kast te kijken en kiepte uiteindelijk de hele inhoud van haar verkleedkist ondersteboven om eens flink te gaan graven. “Weet je wat?”, zei Finnley, als altijd vol goede ideeën om een ander te helpen, ”je moet je blauwe Raveleijn cape aan, dan past het zwaard wat je wilt kopen van je zakgeld daar mooi bij!”

Zijn zus kijkt blij op. Dit is duidelijk een van de betere plannen van haar grote broer. Maar net zo snel betrekt haar gezicht weer. Boos duwt ze de cape van zich af. “Nee, dan vinden ze me stom” Huh? Ik knuffel mijn gekwetste kind, al heb ik geen idee wat er precies in haar hoofd speelt. “De jongens mama, dan denken ze dat ik geen meisje ben.” Oh. Aha.

Bang dat ze wat van me denken

‘Jij bent bang dat de andere kinderen aan je kunnen zien dat je transgender bent?’ Met haar hoofd begraven in mijn schoot wordt er driftig geknikt. “Maar dat zie je helemaal niet hoor!”, stelt Finnley overtuigend vast, “want ze kunnen je piemel toch niet zien!” Sky is niet te vermurwen. Jongenskleren zijn stom. ‘Je weet dat er geen jongenskleren zijn hè lieverd, alleen maar gewoon kleren. Iedereen mag dragen wat ie wil.’ Maar ze blijft bang dat ze iets aan haar zien.
Gek genoeg is mijn dochter alleen bang dat jóngetjes dat aan haar zien. Wat meisjes van haar vinden doet blijkbaar niet echt ter zake. Ik vermoed dat er vaker dan eens iets is voorgevallen met plagende jongens, ondanks dat ik helaas weet dat ook meisjes flink kunnen pesten.

Iedereen ziet het

Deze neiging tot, je zou het bijna paranoïa noemen, is iets wat ik vaker zie. “Mama, dat jongetje wees naar me, waarom deed ie dat?” … “Die en die zei dat meisjes niet konden bomen klimmen. Écht mama, écht, hij weet het. Dat is niet voor méísjes, zei hij nog.” Dat het zomaar zou kunnen dat er iemand naar haar wees omdat ze naast een moeder loopt met roze haar, of omdat ze misschien wel een t-shirt aanhad dat het kindje herkende, is niet iets wat in haar opkomt. Net als dat het plaaggedrag van kleine jongens tegen kleine meisjes helemaal niets met háár te maken hoeft te hebben, en al helemaal niet met haar genderdysforie. Als ik aankom met een ‘lieverd, ik denk dat híj gewoon denkt dat je een meisje bent…’ wordt ik met rollende ogen weggekeken.

Negatief zelfbeeld

Haar negatieve zelfbeeld lijkt soms allesomvattend. Ik schreef al eerder dat het zelfbeeld van transgender personen gemiddeld lager is dan dat van hun leeftijdsgenoten. De zin van Ariane vatte het mooi samen: “Elk meisje is beter dan ik. Want zij is tenminste een écht meisje.” De pest van negatieve gedachten is dat het een neerwaartste spiraal is. Je ziet alles negatief en omdat je alles negatief ziet leg je alleen de nadruk op het negatieve, waardoor je alles negatief ziet.

Maar ouders zijn, geheel tegen de verwachtingen van kinderen in, ook maar mensen, en onze menselijke neiging is om dat direct te gaan ontkrachten. “Maar ik vind je wel lief hoor!”, “Nee, joh lieverd, niemand ziet dat.” We komen met allerhande tips aan: “Weet je, dat bedoelde ze vast niet zo.” Of dragen oplossingen aan: “Als je dan de blauwe jurk erbij aantrekt..?”

Aandacht voor het gevoel

Wat we soms een beetje vergeten in dat alles is het gevoel van ons kind. In onze haast om aan te geven dat wij het wél goed bedoelen gaan we voorbij aan dat wat onze spruit eigenlijk beleeft. (Even an passant: Dolle Moeder schreef daar vorig jaar een heel mooi blog over) Bij ons is dat nog extra het geval, omdat Skylanne al zo moeilijk woorden kan geven aan wat ze van binnen voelt. Op advies van de danstherapeut zijn we inmiddels begonnen met de enorm zware taak van het anders aanpakken. In plaats van praten gaan we nu: knuffelen. Liefst vergezeld van iets als: “Jeetje, wat aan rotgevoel moet dat zijn.”

Zo ook op deze ochtend. En na enig knuffelen*4) konden we naast de verkleedkist een voorlopige schifting maken. Het werd óf de rode jurk met de roos, óf de roze jurk met de elfen vleugels, óf toch de blauwe Raveleijn cape maar dan met de blauwe jurk eronder.

Is een shirt gewoon een shirt?

We leggen de stapel verkleedspul bij de strijkplank en gaan onderweg naar wat normalere spullen om aan te trekken vandaag. Lekker donkere, want ze gaan vanmiddag naar de natuurspeeltuin.  Hmm.. donkere shirts in een kast voor zalmroze en lichtblauw.. ‘Hier, die mag lekker vies worden’, zeg ik terwijl ik voor Sky een oud zwart shirt van Finnley uit de kast vis. “Mama!”, roept ze na het aantrekken verontwaardigd uit haar kamer, “ik ben toch geen jongen?!”

‘Lieverd, een shirt is toch gewoon een shirt…’ We hebben een zoon die vindt dat hij alles kan dragen en een dochter die víndt dat iedereen alles mag dragen, maar zíj alleen de meisjes versies van alles aan behoeft.*5) Ooit ga ik dat nog wel wat meer uitleggen. We gaan nu maar eerst nog een beetje knuffelen. Met een Efteling DVD.

*1) Wel begrijpelijk overigens. Het bedrijf heeft zelf mensen in dienst die zich voor een hoop centen kapot zweten in een Pardoes of Assepoester pak, en als daar tussendoor allerlei andere verklede volwassenen lopen, dan zouden die zomaar eens aangezien kunnen worden voor medewerkers.*2) En hoewel menig cosplayer een heel mooi costuum en bijbehorend zonnig humeur heeft, is dat niet bij iedereen zo.

*2) Ja echt. Het is ons zeker twintig keer gebeurd tijdens het Halloweenfeestje. Zelfs sommige medewerkers dachten dat we medewerker waren…

*3) Héél mooi groen. Precies hetzelfde groen, zo bleek, als het green screen van de fotozaak waar we de groepsfoto maakten, zodat we nu een draak met paddenstoel in zijn buik hebben ?

*4) Let wel, dat gaat niet altijd zo. Ons, overigens met duivelsslimme hersenen behapt, kind weet inmiddels dondersgoed dat ons antwoord inmiddels niet meer echt ergens toe gaat leiden, behalve tot meer stilstaan bij gevoel. Gevoel waar zij zelf niet perse op zit te wachten. Dus voorlopig moeten we het vaak nog even doen met “Jaja, ik weet het wel!”. Terwijl ze gewoon verder knuffelt, dat dan weer wel.

*5) Nu ja.. tenzij zíj zelf liever iets anders wil. Want dan is zwaardvechten heel okay, en spiderman zijn, of de Dood spelen met Halloween. Ze blijft wel een kind van mij natuurlijk, en een stilzittend kleurplaat kleurend prinsesje wezen is niet echt iets wat in haar woordenboekje staat. Tot iets of iemand haar doet herinneren aan haar genderidentititeit, en ze weer het gevoel heeft te moeten bewijzen wel genoeg meisje te zijn..

2 thoughts on “Mama, ik ben toch geen jongen?!”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *