Boys won’t be boys bekeken door Finnley en Taya
Nota bene: als je nog naar de show wilt en immens verrast wilt worden, lees dan niet verder. Als je naar de show gaat en ontroert wil worden op de veel mooiere manier dat de mensen daar dit verhaal kunnen vertellen, maar wel een beetje wilt weten wat er voor je komt te staan en wat wij er van vonden, blader gerust door.
“Wie is dat?” Finn kijkt over mijn schouder mee naar mijn instagram feed waar een foto van een man bovenaan staat in blauwgroene glitterjurk. “Dat is Rikkert. Hij heeft een voorstelling in het theater over de verschillende manieren waarop je man zijn zijn.” “In zijn jurk?” “In zijn jurk. Nu ja, dat denk ik.” “Mam? Mag ik mee? Please? Pretty please?” Ik aarzel. Zou deze voorstelling wel voor kinderen zijn? Mijn zoon is pas elf tenslotte. Aan de andere kant, het zou ook wel gaaf zijn als hij een keer een andere man in een jurk daadwerkelijk tegenkomt. Internet is een groot goed, maar wel erg tweedimensionaal. Ik besluit te mailen, zoek een voorstelling in de buurt uit die niet op een schooldag valt en zo zaten we zaterdag zowaar samen in kantine Walhalla te wachten tot de voorstelling zou beginnen.
Zoek de man
Nu ja, te wachten. Thee te drinken en een spelletje te spelen. De alom geroemde beste manier om je te vermaken als je zenuwachtig bent. Mits je je niet afvraagt wat mensen van je vinden terwijl jij middenin een café met je telefoon tegen je voorhoofd probeert te raden of je een mens of een dier bent en in welk sprookje je dan wel niet zou zitten. Na een keer of wat raden (ik was Ezeltje Strekje! ) was het tijd. Mijn zoon zou alvast een plekje uitzoeken terwijl ik met de lift naar boven ging. Aldaar een apart soort tribune. Stoelen naast een microfoon, met daar tegenover een kleine tribune in een vaag soort U vorm. Geen idee wat ik verwacht had, maar gezien mijn ervaring met theater enkel bestaat uit cabaret en musicals in het Efteling theater is dat mogelijk ietwat gelimiteerd om me goed een voorstelling te maken van wat er nog meer mogelijk is.
Op de voorste rij zat mijn zoon zichzelf te wezen in zijn mooie pantervlekken jurk. “Kijk mam, das heel handig, zo’n voorste rij, dan heb ik er geen last van dat ik over mensen heen moet kijken.” Terwijl de overige gasten binnendruppelden konden wij mooi bekijken wie er al was. “Zou zij ook een man zijn?” hoor ik zachtjes in mijn oor, terwijl Finnley subtiel knikt naar een jongmens op een stoel met ‘gereserveerd’ erop. “Weet je, soms kan je dat helemaal niet zien hè. Want bijvoorbeeld Charly , die transman is, die is een man, want die voelt zich man, maar die heeft wel borsten. Gek is dat soms, dat we meteen een gender op iemand willen plakken alleen maar om hoe iemand eruit ziet.” “Oh ja”, antwoord Finn, “dat heb ik ook vaak. Want ik vind bijvoorbeeld poezen schattig, maar schattig is soort van meisjesachtig, en daarom noem ik de poezen thuis vaak ‘zij’, ook al zijn het allemaal mannetjes.”
Man met een jurk
Ineens is er prachtige muziek. Rikkert, in die mooie glitterende groenblauwe jurk, vertelt wat hij komt doen. Want hij had dus wel eens een jurk aan, zo zei hij, maar dan ging de show eigenlijk over heel iets anders. Toch hadden dan de meeste mensen alleen maar aandacht voor de jurk. Best bijzonder. Zo was hij eens in de supermarkt. Ook met een jurk. “Ben jij homo of transgender?” vroeg iemand. Want dat is kennelijk waaruit je dan kunt kiezen, als man met een jurk aan. Gewone mannen hebben geen jurk aan, blijkbaar. Maar is dat wel zo? Hoe is die gewone man dan? Hoe doet die dan? En hoe niet?
Terwijl voor ons wordt uiteenzet hoe een beetje stereotype hetero man erbij zou kunnen lopen (niet te veel heupwiegend, maar wel stoer met de armen zwierend) en zich zou kunnen uiten (met vooral niet te veel emotie) kijk ik naar mijn kleine man. Duidelijk de kleinste in de zaal, maar dat lijkt hem nu niet meer zo te deren.
Heeft God wel een Gender?
Moeten we wel allemaal zo in hokjes denken? Vraagt Rikkert zich af. En met zich nog anderen, want hij is niet alleen. In elke show neemt hij mensen mee die ook hun verhaal vertellen, zichzelf laten zien, op hun manier aan ons laten weten dat je op heel veel verschillende manieren man*) kunt zijn, en dat je kwetsbaar opstellen juist sterk is.
Zo nam hij mee: De zoon van een dominee die ons een les Bijbelkennis geeft, waarin blijkt te staan dat God ons troost zoals een moeder haar zoon troost. Waarom wilden wij ook al weer zo graag een mannelijk gender aan God geven? Er was een mooi Frans liedje (wat een prachtige taal toch, maar ik verstond er geen woord van) van een man in goud, die vond dat nu net spreken goud mocht wezen, en zwijgen maar niets leek te vinden. Er was een dans die vooral uit knuffelen leek te bestaan, maar dan heel kunstig.
Mannen knuffelen niet
Over knuffelen gesproken, is het jullie opgevallen dat mannen anders knuffelen dan vrouwen? Vaak met van die onbeholpen handen op de rug, of met een afstandje ertussen. Rikkert vroeg zich dat ook af, en stelde ons voor om aan handknuffelen te doen. Finnley vond het allemaal prachtig, al was rechtop zitten, anderhalf uur nadat je normaal in bed zou liggen wel een uitdaging. Maar ach we zaten toch vooraan, dus een beetje overdwars over je moeder heen hangen te knuffelen, daar had vast niemand last van. (Mogelijk alleen mijn slapende been. Of het deel van mijn brein dat vond dat ik zo vooraan de rij wel heel zichtbaar was, en wat de rest hier wel niet van moest vinden. Waarna de schattigheidsfactor het won, en Finn gewoon bleef liggen)
Het grappigste vond hij de man in de sportkleding, die voor ons liep. Gewoon liep. Of nu ja, gewoon… Wat ík erin zag waren juist de verschillende manieren van lopen, die mijn hersenen dan meteen clacificeerden als ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’. Lopen is niet zomaar lopen, blijkbaar. Voor je het weet heeft dat ook een gender. Heeft muziek eigenlijk een gender? Er was een man met een blaasinstrument, van een mij onbekend soort, die een mooi liedje blies. En er was Willem, die de microfoons verplaatste.
Wat als je geen sex wilt?
Een echte man, zoals men mannen bedoeld. Gescheurde zwarte spijkerbroek waar een rol ducktape aan bungelde en waarboven een ooit zwart geweest bandshirt van een onbestemde rockband hing. Tegen de tijd dat hij een gitaar begon te stemmen vroeg ik me inmiddels toch wel af wat hij hier kwam vertellen. Wat dan weer gek is, ergens. Dit was immers een voorstelling met alle soorten mannen erin, en daar zouden metalgasten met petjes prima een plek in mogen hebben toch? Of horen hetero’s er niet bij als je het de hele avond over buiten-de-hokjes-treden hebt? Is er zoiets als het LHBT+ hokje, en ‘de rest’? Dat ik hem had aangezien voor ‘de vriend van’ die de spullen versleepte zegt al weer genoeg over de hokjes waarin wij met z’n allen denken, denk ik zo. Maar er was dus een boodschap. Over asexualiteit wel te verstaan.**) Net als intersex zo’n onderdeel van de lange lijn aan letters die de + achter LHBT+ vullen, waar we het eigenlijk zelden over hebben.
Workshop zelfliefde
Hij had een prachtig gedicht over een beest met stekels dat houdt van een beest met wollige haren en hoe veranderen voor de ander er voor kan zorgen dat je totaal jezelf niet meer bent, maar rauw, rood en kwetsbaar. Prachtig was ook de man in drag, die door de week op de bouwplaats werkt, en in de weekenden zichzelf herontdekte in hoge laarzen en een tutu, waarvan Finnley vooral de boodschap meekreeg dat je a. dus heel veel verschillende mensen kunt zijn (‘Mama, ik kan heel goed én politie worden én gameontwerper!’) en b. dat je de letters LHBTI in je outfit kunt hebben. (Laarzen, Helm, Body, Tutu, Intens veel makeup).
Tot slot was daar Allard, die we konden bellen voor een workshop zelfliefde van twee minuten met de spiegel die onder onze stoel bleek te liggen. Waarna de hele zaal als één man (M/V/X) aan het bellen sloeg. “Kijk in je ogen”, zei de telefoon. “Voel je de liefde?” Maar al na een halve minuut bleken de ogen van mijn Finn dusdanig dicht te zakken dat er weinig meer gekeken werd en vonden we het tijd om maar eens op huis aan te gaan.
Man met een jurk in de supermarkt
“Ik wil nog even zeggen dat ik het gaaf vond, mam.” Mijn zoon hobbelt op de spelers af die in de kantine staan. “Je bent dapper” zei er één. “Omdat je aan hebt wat je wilt.” Ik hoop vooral veel vaker mannen in een jurk in de supermarkt te zien. Ik hoop dat veel meer mensen dat gaan durven. Niets geen nagellak eraf poetsen voordat je naar de bouwplaats gaat. Gewoon overal jezelf kunnen zijn.
“Wat was het leukste?” Polste ik bij mijn zoon toen we eenmaal richting de snelweg reden? “Alles” mompelde hij naast me, voordat zijn hoofd langzaam richting het raam zakte.
Eenmaal thuis stop ik zijn lange slungelige lijf onder zijn Skylander dekbed. Zo klein nog, en zo kwetsbaar. Toch kiest hij voor wat hij wil, ook al zal de hele wereld wat anders kiezen. Ik hoop dat we nog veel van dit soort voorstellingen mogen zien, omdat het ontzettend mooi laat zien dat man zijn niet in één hokje te vangen is. Die zijn namelijk veel te klein. Met een beetje twirlen in je tutu val je toch subiet over al die randjes heen.
*) Man in deze is op vele manieren interpretabel en in de breedste zin van het woord.
**) Omdat ik vind dat we meer over asexualiteit mogen praten, maar dat wat meer plek wil geven dan een halve zin, hier even een voetnoot, en de belofte dat een blog eraan wijden op het lijstje van potentiele onderwerpen komt te staan. In een notedop, iemand die asexueel is heeft geen zin in sex. En dat is dan géén stoornis,of ziekte, maar gewoon een sexuele orientatie, net als zin in sex met mannen, vrouwen, of allebei dat is.