Het is weer zomervakantie. De mussen vallen van het dak terwijl we ons best doen nog iets productiefs voort te brengen tijdens de hittegolf die onze opwarming van de aarde steeds vaker blijkt voort te brengen. Ik heb zelf thuisblijven maar opgegeven en heb mijn laptop door de zwetende stad meegesleept naar de bibliotheek waar ik in betrekkelijke koelte nog een blog kan maken voor we volgende week op vakantie gaan.
Zo’n zomervakantie dus hè, die heeft nog wat voeten in de aarde. Daar zit namelijk een zomerkamp in, met verplichte tekencontrole en een zwembad bezoek. Ook is er de ‘wie-vertel-je-wat’ vraag bij de dagen dat mijn koters meedoen als de lokale vakantie activiteiten. Tijd om eens na te denken over het extra denkwerk dat een beetje vakantietijd met zich meebrengt als je transgender bent.
Niemand ziet dat ze transgender is
Wij hebben het gepresteerd om een bijzonder volle vakantie te creeren. Naast een week waarin mijn kroost mag deelnemen aan een soort dag zomerkamp (vol speurspellen, sport workshops en als toetje op een springkussen stormbaan), gaan we zelf nog op vakantie én zit er een scouting zomerkamp in deze zomer.
De makkelijkste lijkt het dagkamp. Waar we ooit als eerste Sky konden laten snuffelen aan door het leven gaan als vrouw, daar hoeven we nu eigenlijk niets te vertellen. Niemand zal immers iets zien aan ons meisje. We trekken sochtends vroeg gewoon thuis alvast de bikini onder het jurkje aan en geen haan die er naar kraait. Of tenminste, er van uitgaande dat er geen hanen zijn die het opvallen dat er een bobbel zit onderin die bikini. Onze ervaring is dat veel kinderen dat niet echt opvalt.
Genderkind in badpak
Wat dan weer niet wil zeggen dat het genderkind in kwestie dat zo ziet overigens. Veel transvrouwen met piemels durven niet in badpak, transmannen hebben mogelijk in de weg zittende borsten die met binders af gebonden dienen te worden, sterker nog, heel veel trans personen durven überhaupt niet eens een zwembad in. Op weinig plekken kan je je zo kwetsbaar voelen. Maar ons genderkind is zich (nog) niet zo bewust van wat een bobbel in de broek mogelijk aan reactie kan geven bij anderen, en dat laten wij lekker zo. Dus, geen kraaiende hanen wat ons betref.
Nu ja.. tenzij ze in een groep zit met iemand van school en die wat laat vallen.. Of Finn een bekende tegenkomt in zijn groep.. Of het gesprek er toevallig op komt.. Weet je wat, laten we het even kort aan de leiding melden en dan gewoon wat extra open staan voor signalen dat er mogelijk over gepraat wordt, dan kunnen we het altijd nog met de leiding bespreken.
Jongen in een jurk is meisje
Dan de vakantie. Mogelijk is die nog wel makkelijker dan het dagkamp. We gaan naar Duitsland, kamperen, waar niemand ons kent. De ervaring van twee kinderen in badpakken leert dat veel volwassenen beiden aanzien voor meisjes als ze een jurk dragen en dat Finn, zolang ze geen vragen stellen, daar niet zo mee lijkt te zitten. Als ze wel vragen stellen is hij ook de beroerdste niet om ze meteen te vertellen dat kleren zijn voor iedereen en ook jongetjes prima in badpak kunnen. Mogelijk moeten we even opnieuw benadrukken dat het wel of niet vertellen van de staat van piemelheid van zijn zusje iets is wat hij aan dat zusje moet overlaten, maar verder lijkt dat niet al te veel moeilijkheden met zich mee te brengen.
Transgender op scoutingkamp
Nee, dan dat Scoutingkamp. Een week op pad met je nog best wel nieuwe groep , die overigens nog helemaal niet weten dat je niet met een vagina geboren bent, is best behoorlijk spannend. Bovenaan ons lijstje stond niet het douchen, zwemmen of de tekencontrole, maar dat wij wilden dat de rest van de groep zou weten dat onze Sky een genderkind is. Als men het weet kan niemand zich verspreken, en kunnen eventuele bobbels in ondergoed voor niemand een bijzonderheid zijn.
We mailden met de leiding dat het voorlezen van “Het lammetje dat een varkentje is” ons wel een idee leek. Zij zeiden ja, en dat was dan dat. Dan kwam het douchen. Wat doen we daarmee? Is dat in hokjes of in een centrale ruimte? De leiding vond dat eigenlijk iedereen wel gewoon een washand mee kon nemen en dat ze dat douchen voor de liefhebbers zouden bewaren. Daar ook geen problemen te verwachten zo leek het dus.
Omkleden op zaal
Omkleden was mogelijk wel een ding. De ervaring leert dat scouting gebouwen niet uitblinken in privé ruimte, en dat een slaapzaal vaak precies dat is: een zaal. Zo’n mooie grote ruimte met allerlei matjes, en slaapzakjes en andere kinderen. Daar waar jij je van de ene onderbroek in de andere wilt gaan omkleden. Dat men nu wéét dat jij een piemel hebt wil niet zeggen dat je er zomaar oké mee bent dat die potentieel gezien kan worden. Maar dat omkleden kon vast wel op de wc, waar ze ook haar badpak aan zou kunnen trekken als ze in het bos met water zouden spelen. Als ze naar het zwembad zouden gaan dat had dát vast kleedhokjes. Oh, trouwens, dan konden ze dáár mooi douchen, dan had toch al iedereen zijn zwemkleding aan, en waren ze nog soort van schoon.
Ook de tekencontrole was een reden tot ongeruste gedachten. Een beetje scout brengt de halve dag in een bos door, en dat bos is ook behalve leuk, ook het huis van allerhande kleine kriebelbeestjes. Die zich dan lekker gaan ophouden in allerlei warme gebieden op jouw lijf, je oksels en liezen bijvoorbeeld. Een beetje scout leiding is zich daarvan bewust en onderwerpt zijn koters elke dag aan een zorgvuldig onderzoek. Wij bedachten dat de leiding zich wel ergens apart kon ophouden en dan ofwel Skylanne alleen, of met enkel Finnley mee kon nemen om de bekijken of zij ergens beestjes had. Zo leken alle potentiele nare onderdelen van als transgender mee op scoutingkamp wel een beetje onder de pannen.
Transgender en vakantie, so far so good
Hoe het uiteindelijk uitpakte? Ze lazen het boekje, en eigenlijk had er niemand echt vragen. Nu ja, behalve Liesje, die vroeg “Maar Sky is toch geen varkentje?” Niets geen mail sturen naar ouders, gewoon melden en dat is dan dat. *) Ze hadden een hittegolf en zwommen wat af, wat, als ik de foto’s mag geloven, verder niet echt tot problemen heeft geleid. Sky heeft het hele kamp niet gedoucht. Maar, Finn ook niet. Ze hebben beiden maar twee setjes kleding gebruikt en maakten het badwater tijden hun after-kamp-badje een mooi grijs bruin kleurtje. Heel normaal dus eigenlijk. Alhoewel ik vermoed dat het ‘Mama, ik kon mijn schone onderbroeken niet vinden, écht niet!’ mogelijk meer te maken had met mijn kroost die geen zin had om zich voor het omkleden helemaal op de wc terug te trekken, dan met een daadwerkelijk zoekgeraakte schone ondergoed stapel.
Eind van de week gaan we naar Duitsland. Ik heb het idee dat we de meeste genderstress wel achter ons kunnen laten. Voor nu ga ik me dus maar verder focussen op het inpakken van genoeg haringen, het luchtbed van Lyka nog even testen en waar ik ook al weer die ontdooide koelelementen had gelaten (waarschijnlijk naast de batterijen van de lamp die ik elk jaar ergens handig opberg en dan pas weer vind als we met een natte tent weer thuiskomen, en ik alweer nieuwe heb gekocht…). En oja, twee tassen vol was doen. Want, ‘ik zag geen onderbroeken’ betekent helaas niet dat ze dan ook weer schoon de kast in kunnen. Tenzij je visie van ‘schoon’ iets met zand, takjes en van die rare stekelige pluizeboleltjes door je hele koffer is…
*) Nu ja, dat was niet
dat voor mijn overactieve geest uiteraard. Want hoe zit dat met de kinderen die
dit thuis gaan vertellen? Ouders die moeilijk doen? Gaan klagen? Kinderen die
het aan hun broers vertellen die met zusjes is een andere groep zitten waar het
verhaal mogelijk rondgaat zonder uitleg en sturing? Maar ik heb besloten te
geloven in de goedheid van de mens en het verder met rust te laten tot ik
ergens iets over het tegendeel verneem.